Artikel 3 1. Er
wordt een coherent Europees ecologisch netwerk
gevormd van speciale beschermingszones, Natura
2000 genaamd. Dit netwerk, dat bestaat uit
gebieden met in bijlage I genoemde typen
natuurlijke habitats en habitats van in bijlage
II genoemde soorten, moet de betrokken typen
natuurlijke habitats en habitats van soorten in
hun natuurlijke verspreidingsgebied in een
gunstige staat van instandhouding behouden of in
voorkomend geval herstellen.
Het Natura 2000-netwerk
bestrijkt ook de door de Lid-Staten
overeenkomstig Richtlijn 79/409/EEG
aangewezen speciale beschermingszones.
2.
Elke Lid-Staat draagt bij tot de totstandkoming
van Natura 2000 al naar gelang van de
aanwezigheid op zijn grondgebied van de typen
natuurlijke habitats en habitats van soorten als
bedoeld in lid 1. Hij wijst daartoe,
overeenkomstig artikel 4 en met inachtneming van
de doelstellingen van lid 1, gebieden als
speciale beschermingszones aan.
3.
Waar zij zulks nodig achten, streven de
Lid-Staten naar bevordering van de ecologische
coherentie van Natura 2000 door het handhaven en
in voorkomend geval ontwikkelen van de in artikel
10 genoemde landschapselementen die van primair
belang zijn voor de wilde flora en fauna.
|