Hoofdstuk VII
Overige bepalingen
- Bij of
krachtens algemene maatregel van bestuur
kan ter uitvoering van het bepaalde bij
of krachtens deze wet medewerking worden
gevorderd van het bestuur van een
productschap of een bedrijfschap.
- Indien de
van het bestuur van een productschap of
een bedrijfschap gevorderde medewerking
bestaat uit het stellen van nadere regels
bij verordening, behoeft zodanige
verordening de goedkeuring van Onze
Minister.
- Bij de
goedkeuring van een verordening als
bedoeld in het tweede lid, kan worden
bepaald dat krachtens die verordening
vast te stellen nadere regels eveneens
zodanige goedkeuring behoeven.
- Verordeningen
als bedoeld in het tweede lid, kunnen
onder meer inhouden toekenning aan een
daarbij aan te wijzen orgaan van de
bevoegdheid vergunning voor,
onderscheidenlijk vrijstelling, en, op
aanvrage, ontheffing van de verordeningen
of krachtens deze vast te stellen regels
te verlenen.
Artikel 102
- Onze
Minister kan door hem erkende
rechtspersoonlijkheid bezittende
organisaties belasten met de taak
overeenkomstig door hem gestelde regels
ringen of merktekens uit te reiken ten
behoeve van het onder zich hebben van
jachtvogels of van beschermde inheemse
diersoorten.
- Een
organisatie als bedoeld in het eerste
lid, kan voor het verstrekken van ringen
of merktekens een vergoeding van kosten
vragen waarvan de hoogte door Onze
Minister wordt vastgesteld.
Artikel 103
Een krachtens de
artikelen 15, 30, tweede lid, 37, derde lid, 48,
49, 50, tweede lid, 65, eerste lid, 68, eerste
lid, onderdeel e, 72, eerste lid, 75, eerste en
vierde lid, onderdeel c, vast te stellen algemene
maatregel van bestuur treedt niet eerder in
werking dan acht weken na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van
de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan
aan de beide kamers der Staten-Generaal.
Artikel 104
|
|