Artikel 15 Wat betreft het vangen of
doden van in bijlage
V, letter a), genoemde wilde diersoorten verbieden de Lid-Staten,
in gevallen waarin overeenkomstig artikel 16
afwijkingen worden toegepast voor het aan de
natuur onttrekken, het vangen of het doden van de
in bijlage IV,
letter a), genoemde soorten, alle
niet-selectieve middelen die de plaatselijke
verdwijning of ernstige verstoring van de rust
van de populaties van deze soorten tot gevolg
kunnen hebben, en in het bijzonder:
a) het gebruik van de middelen voor het vangen en
het doden die worden genoemd in bijlage VI,
letter a);
b) elke vorm van vangen en doden vanuit de in bijlage VI, letter b), genoemde
vervoermiddelen.
ARTIKEL 16
|