Op de laatste woensdagmiddag van de maand gaan een aantal leden een ronde lopen langs de KRALINGSE PLAS. Wilt u met ons meegaan?
Wat wij op deze manier tegenkomen aan natuurschoon willen we graag bekijken.
Na de ronde gaan we in onze NATUURSTUDIO aan de Dirk Smitsstraat het een en ander evalueren, zo mogelijk in een schriftelijk verslag en op deze pagina.
Gaat u met ons deze hernieuwde kennismaking aan met het ons allen zo bekende KRALINGSE BOS.
Wij staan om 13.00 uur op het parkeerterrein bij de plasmolens.
Tot ziens.

Nadere informatie bij het BUREAU, 

.

/\
NaaR
BoVeN

Bosronde 2005
Verslag van woensdag 12 april 2005
door Anneke Koster

Wij zijn  benieuwd of we de herkenbare planten weer terug kunnen vinden dit voorjaar. In een privé-tuin aan de Mecklenburglaan  op weg naar het Kralingse bos wordt onze blik meteen al getrokken door een prachtige magnolia met de kenmerkende witroze bloemen. Aan de overkant van de Kralingse Plaslaan zien we een Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina)  met witte bloesem naast een van de stobben van meerdere populieren, die tot onze grote schrik blijken te zijn omgezaagd.

Op en bij de waterplas onderscheiden we Wilde eenden (Anas platyrhynchos), Grauwe ganzen (Anser anser) en Meerkoeten (Fulica atra). Verderop dobberen  nog een Waterhoentje (Gallinula chloropus) en een eenzame Fuut (Poediceps cristatus) rond.

Een van de ganzen komt dreigend op ons af als we te dicht naderen en door een Nijlgans (Alopochen aegyptiacus), te herkennen aan de specifieke donkere vlek rond elk oog, die zich ermee komt bemoeien laten we ons wegjagen en lopen we snel door in de richting van het Kralingse pad.

Aan de rij Gewone Essen (Fraxinus excelsior) is nog geen enkel blad te zien. Desalniettemin zijn de zwarte knoppen al aan het uitbotten. Tussen hoge kale Zwarte populieren (Populus nigra) treffen we naast een enkele pinksterbloem enige jonge scheuten van de wilde kastanje aan, getooid met fris groen lover. Ook treffen we hier het Speenkruid (Ranunculus ficaris subsp. bulbilifer) aan, dat  mooi in bloei staat. De treurwilgen staan al volop in blad in tegenstelling tot hun soortgenoten van de wilgenfamilie. Bij het sluisje vinden we een fraai exemplaar van de Katwilg (Salix viminalis) (de naar boven wijzende gele katjes zijn karakteristiek voor deze wilg).

Een Blauwe reiger (Ardea cinerea) vliegt over ons heen. In de berm treffen we Bonte gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon) en Vogelmuur (Stellaria media), met kleine witte bloemen aan. Na een kleine vertering in een eettentje waar we langskomen, lopen we verder in de richting van het strandje. Achter ons steken de kale Beuken (Fagus sylvatica) nog zwart af bij de al groener wordende omgeving. Er fladderen wat exemplaren van de Maartse vlieg (Bibio marci) rond en we signaleren zelfs een enkel wit en oranje vlindertje. In en om het water liggen open mosselschelpen (en nog een enkele dichte).
Meerdere Aalscholvers (Phalacrocorax carbo) zitten stil op de paaltjes van de lange st eiger in het water.

Wanneer we enige naaktrecreanten die het mooie weer vandaag ook waarnemen zijn gepasseerd, fotograferen we de witte bloesem van de Sleedoorn (Prunus spinoza).

Voorbij de heemtuin staat het Groot hoefblad (Petasites hybridus) in volle glorie met de kenmerkende dikke roze knotsachtige bloemen. Dichterbij zien we het Klein hoefblad (Tussilago farfara) ertussen staan met een gele composietbloem. Deze plant bloeit voordat de bladeren gevormd worden.

Op het ooievaarsnest (een rad gebouwd op de top van een hoge dode boomstam) zit zowaar een Ooievaar (Ciconia ciconia)! Twee soortgenoten vliegen er plotseling opaf, maar de ooievaar op zijn stek gooit zijn kop achterover. We horen wat klepperende snavelgeluiden en het tweetal vliegt weer weg.  

We nemen verder nog de inmiddels al verdorde Grote kaardebol (Dipsacus fullonum) waar en komen dan in een stukje waar diverse kleine plassen zijn aangelegd. Hieruit rijzen de sigaren van de Grote lisdodde (typha latifolia) fier omhoog.

Op een kunstmatig aangelegd heuveltje openbaart zich een weelde aan blauwbloeiende Hondsdraf (Glechoma hederacea). Hiernaast zowel Witte als Paarse dovenetel (lamium album cq. purpureum), Herderstasje (Capsella bursa-pastoris), die zijn naam dankt aan de hartvormige vruchtjes, en wat blad van Zilverschoon (Potentilla anserina). Van de vogels zijn vooral de Houtduif (Columba palumbus) en de Ekster (Pica pica) nadrukkelijk aanwezig.

Bij het Indische restaurant langs de plas vinden we de Kleine maagdenpalm (Vinca minor) in bloei. Teruglopend langs de wandelboulevard zien we een aantal Zwarte kraaien (Corvus corone) in het gras pikken. Tegenover de molens staan een paar karakteristieke Paardeskastanjes. Even verderop, bij de bruggen, waar we vorige zomer langs de oever nog de Grote Egelskop (Sarganium erectum) hadden aangetroffen, wordt ons oog getrokken door twee lichtpaarse, -blauwe vlekken in het gras. Dit blijken twee veldjes Gewone ereprijs (Veronica chamaedrys) te zijn. Een leuke klap op de vuurpijl van ons aprilrondje door het Kralingse bos.   

Verslag van Anneke Koster en Arnoud Reinders m.b.v.
- Heukels’ Flora van Nederland
- Basisgids flora en fauna van Nederland, Vereniging van Natuurmonumenten

.

/\
NaaR
BoVeN

Bosronde 2005
Verslag van dinsdag 5 juli 2005
door Anneke Koster en Arnoud Reinders

Het is wat onbestendig zomerweer wanneer we op dinsdag 5 juli eens gaan kijken wat er qua natuur te beleven valt in het Kralingse Bos. De temperatuur is zo’n 20 graden Celsius en er staat een licht briesje. Het heeft de afgelopen dagen fors geregend. Overal liggen grote plassen.

De vijver in park Rozenburg is overgelopen en op sommige plekken in het Kralingse Bos staan de bomen in het water.
Wanneer we vanaf de 1^e Jerichostraat door het park heenlopen, passeren we een tweetal Nijlganzen (Alopochen aegyptiacus) die snuivende en blazende geluiden uitstoten.
Op een hoek, waar we linksaf slaan naar het bos torent een reusachtige populier (Genus Populus) van zo’n 7 á 8 meter in omtrek, boven ons uit.
Bij de oversteek van de Kralingse Plaslaan zien we de lichtgroene bolsters van de Tamme kastanje (Castanea sativa) tussen het gebladerte.
We besluiten om over de bruggen langs de stenen fontein met de kameleon te lopen richting etablissement De Nachtegaal.
Tussen het riet bij de bruggen zijn de grote sigaren van de Grote lisdodde (Typha latifolia) duidelijk zichtbaar.
Op het water zwemmen Wilde eenden (Anas platyrhynchos) en Futen (Poediceps cristatus) in afzonderlijke groepjes.
Dichtbij de kleine rotonde waar je de Korte Kade op kunt rijden, zien we grote blauwpaarse vlekken in het gras. Dit blijken plukken Gewone brunel (Prunella vulgaris) te zijn.
Ook staan hier enige tere bruine plaatjeszwammen tussen. Met behulp van het paddestoelenboekje stellen we vast dat het hier om de Gazonvlekplaat (Panaeolus foenisecii) gaat. De lamellen zijn duidelijk gevlekt.
Andere plantensoorten die we in deze buurt waarnemen zijn:
Witte dovenetel (Lamium album),
Zilverschoon (Potentilla anserina),
Smeerwortel (Symphytum officinale),
Gewoon duizendblad (Achillea millefolium) en
Ridderzuring (Rumex obtusifolius).
De laatstgenoemde is van de andere zuringsoorten te onderscheiden door de diepe hartvormige voet aan de grote bladen.

Midden op het pad naar de fontein waggelt een grote groep Grauwe ganzen (Anser anser) ons tegemoet. Hier lopen we maar met een eerbiedige boog omheen.
Een leuk plantje wat ons in het oog springt is het oranjebloeiende Perzikkruid (Persicaria maculosa).
Dan wordt het wat donkerder want we lopen tussen de Beuken (Fagus sylvatica) door.
Op de bosbodem vinden we
Klein springzaad (Impatiens parviflora),
groot heksenkruid (Circaea lutetiana) en
geel nagelkruid (Geum urbanum).
Aan één plant van het Nagelkruid vinden we zowel de kleine gele bloemetjes als de uitgebloeide bloemen, in de vorm van bolletjes met “spijkertjes”, waaraan de plant zijn naam ontleent.
Op de liggende rottende eikestammen treffen we de Witte bultzwam (Trametes gibbosa) aan.
We lopen nu langs het gazon aan de voorzijde van boshut De Big, waar tenten hebben gestaan, aan de afdrukken in het gras te oordelen. Plotseling valt ons oog op een dode liggende loofhouten stam, voor een groot gedeelte bedekt met prachtige oplichtende oranjegeel gerande korstzwammen. Met een slag om de arm komen we uit op het Geelgerand elfenbankje (Antrodiella hoehnelii).
Onder een Beuk langs het pad vinden we twee niet bloeiende exemplaren van een orchidee (Orchis spec.). Kenmerkend voor een orchidee zijn de parallelle nerven van de brede ovale bladen.
We lopen nu in de richting van pannenkoekenhuis De Nachtegaal onder de Vleugelnootbomen (Pterocarya spec.) door met de lange neerhangende vruchtslierten.
Forse opgezwollen exemplaren van de Zwarte trilzwam (Exidia plana) sieren of ontsieren de dode liggende loofhouten stammen.
Dichtbij De Nachtegaal besluiten we om bij de molens voorlangs weer terug te keren.
Planten die we onderweg in het bos nog tegenkomen zijn de
HGondsdraf (Glechoma hederacea),
Dagkoekoeksbloem (Silene dioica),
Rode klaver (Trifolium pratense),
Witte klaver (Trifolium repens) en
Grote klit (Arctium lappa).
Van een gele composiet zijn we niet zeker. We nemen hem mee ter determinatie. Resultaat wijst uit dat het om Akkerkool (Lapsana communis) gaat.
Terug in park Rozenburg zijn we getuige van een strijd tussen een Blauwe reiger (Ardea cinerea) en twee Waterhoentjes (Gallinula chloropus).
De Waterhoentjes proberen de Blauwe reiger te verjagen (van een nest?). Dit heeft wel resultaat, maar de reiger blijft toch van een afstandje staan gluren.
Bij een bruggetje vinden we nog de Kleine maagdenpalm (Vinca minor) en Echte kamille, (Matricaria recutita). Hij ruikt lekker.

Tot zover deze korte impressie van de natuur rond de Kralingse plas aan het begin van de zomer. 

.

/\
NaaR
BoVeN

Vragen, correcties, aanvullingen of tips ontvangen wij graag per E-MAIL.

/BOSRONDE05.htm

© KNNV ROTTERDAM

Websiteontwerper

WEBSITEREDACTIE

Voor het laatst bijgewerkt op 13 november 2020

Beschrijving

Trefwoorden
Kralingse Bos, kralingse Plas, wandeling, natuur, natuurrecreatie, natuurstudie, natuurwaarnemingen, natuurwandeling, onderzoeken, excursue, planten, vogels, bomen, watervogels, 2004