BOSWET
  NATUURBESCHERMING
  WETTEN+OVEREENKOMSTEN
NEDERLANDSE WETTEN
BOSWET
AFDELING I
 
Boswet jurisprudentie
Betreffende artikel 1
 
- KNNV ROTTERDAM -
 
JURISPRUDENTIE      
AFD I AFD II AFD III AFD IV AFD V AFD VI AFD VII AFD VIII

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

/\
NaaR
BoVeN


Boswet jurisprudentie
Betr. Artikel 1


Eerste lid

- dat de in de telastelegging voorkomende woorden "die krachtens eigendom althans krachtens enig zakelijk recht het genot had van , ...grond" aldaar geacht moeten worden te zijn gebezigd in dezelfde betekenis, welke toekomt aan de bewoordingen, waarmede in artikel 1 van de Boswet wordt omschreven hetgeen die wet onder "eigenaar" verstaat, te weten: hij die krachtens eigendom of enig ander zakelijk recht het genot heeft van grond; dat die omschrijving kennelijk het oog heeft op hem, die een zakelijk genotsrecht op grond heeft; dat aan het bestaan van zakelijke genotsrechten niet vermag af te doen dat degene, die zulk een recht heeft, in de uitoefening daarvan aan een ander een persoonlijk recht op genot van de zaak verleent; dat dus het Hof door onder voormelde in de telastelegging voorkomende woorden te begrijpen degene, die -gelijk rekwirant- hem in eigendom toebehorende grond wel heeft verkocht bij voorkopig koopcontract, krachtens hetwelk de koper in het genot van het gekochte is getreden, doch nog niet heeft geleverd, aan die woorden niet een onjuiste met de wet strijdige betekenis heeft toegekend en bij de beraadslaging en beslissing niet de grondslag van de telastelegging heeft verlaten.
HR 17 dec. 1974, SEW 4 (1975), b!z, 254.

- De Rb. heeft aangenomen dat de aan de verdachte verweten vellingen hebben gestrekt tot wat de MvT op art 2 van de Boswet noemt; "oordeelkundige verzorging" (Hand. II, zitting 1958-1959, 5308, no.3, blz. 6). Voor de vraag wat hieronder moet worden verstaan -en daarmede voor de toepassing van de hierboven geciteerde bepaling (de definitiebepaling van het begrip "dunning" in art. 1, eerste lid, bew.)- is niet beslissend welke opvattingen dienaangaande bij de totstandkoming van de Boswet golden, maar dient mede rekening te worden gehouden met inzichten die sedertdien veld hebben gewonnen.
HR 18 juni 1985, Men R 1986, b!z. 20.

.

/\
NaaR
BoVeN


Vragen, correcties, aanvullingen of tips ontvangen wij graag per E-MAIL.

/BOSWETJURART1.htm

© KNNV ROTTERDAM

Websiteontwerper

WEBSITEREDACTIE

Voor het laatst bijgewerkt op 13 november 2020

Titel
BOSWET JURISPRUDENTIE ARTIKEL 1

Beschrijving

Trefwoorden