BOSWET
  NATUURBESCHERMING   WETTEN+OVEREENKOMSTEN
NEDERLANDSE WETTEN
BOSWET
 
   
 
Boswet
Afdeling VIII
Straf-, slot- en overgangsbepalingen
 
KNNV ROTTERDAM
 
AFD I AFD II AFD III AFD IV AFD V AFD VI AFD VII ALHIER

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

/\
NaaR
BoVeN


AFDELING VIII
Straf-, slot- en overgangsbepalingen

Art.
nr.
Artikel Toelichting Jur.
18. - 1.
In artikel 1 onder 2° van de Wet op de economische delicten
(*1) wordt na de letter r gelezen: de artikelen 2, derde lid, en 3 van de Boswet. (*2)

- 2.
Overtreding van een verbod als bedoeld in artikel 13 wordt gestraft hetzij met hechtenis van ten hoogste zes maanden en geldboete van ten hoogste tienduizend gulden, hetzij met één van deze straffen.

- 3.
Het bij het vorige lid strafbaargestelde feit is een overtreding.

(*1) Stb. 1950, K 258, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 juni 1988, Stb. 255, zie ook blz. 55.
(*2) Thans zijn deze artikelen vermeld onder artikel 1 onder 4° Wet economische delicten.

   
19. - 1.
Hij die bij het inwerkingtreden van deze wet ingevolge het bepaalde bij de Bodemproductiebeschikking 1949 Bosbouw en Houtteelt verplicht was tot herbebossing of herbeplanting, blijft daartoe verplicht binnen de termijnen en met inachtneming van de voorwaarden door de directeur gesteld.

- 2.
Het bepaalde bij artikel 6 vindt overeenkomstige toepassing.

- 3.
Het bepaalde in het eerste lid blijft buiten toepassing indien zich een geval als bedoeld in artikel 5 voordoet.

- 4.
Niet nakoming van de verplichting, omschreven in het eerste lid, wordt beschouwd als een overtreding van artikel 3.

   
20. De eerste volzin van artikel 3 van de Natuurschoonwet 1928 (*3) wordt gelezen als volgt:
Alvorens op een ingevolge artikel 2 gedaan verzoek wordt beschikt, wordt de directeur van het Staatsbosbeheer gehoord.

(*3) Stb. 63, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 maart 1987 , Stb. 120.

   
21. Art. 7, derde lid, van de Verkeerswet tegen lintbebouwing wordt gelezen als volgt:
Artikel 6 vindt overeenkomstige toepassing.
   
22. - 1.
Ingetrokken worden:
a. de Boschwet 1922 (wet van 19 mei 1922, Stb. 349);
b.
de Bodemproductiebeschikking 1949 Bosbouw en Houtteelt (Stcrt.184);

- 2.
Het gestelde in artikel 1 , onder 5° en artikel 2, onder c, van de Overgangswet Bodemproductie 1950 vervalt.

   
23. Deze wet treedt in werking, op een door Ons te bepalen tijdstip.(*1)

(*1) 1 juli 1962 (KB 11 mei 1962, Stb. 193).

   
24. Deze wet kan worden aángehaald onder de titel van "Boswet".    
.

/\
NaaR
BoVeN


Vragen, correcties, aanvullingen of tips ontvangen wij graag per E-MAIL.

/BOSWETAFD8.htm

© KNNV ROTTERDAM

Websiteontwerper

WEBSITEREDACTIE

Voor het laatst bijgewerkt op 13 november 2020

Titel
BOSWET AFDELING VIII, STRAF-, SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Beschrijving

Trefwoorden