FUNGI DETERMINEERTABEL MACR

Volgnr.		Vraag		Ga naar
Volgnr.		Vraag		Volgnr.	Taxon	Vervolgtabel
1	a	Hoed en steel duidelijk te onderscheiden		2
1	b	Hoed en steel niet duidelijk te onderscheiden		9
2	a	Hymenium meestal aan de onderkant; sporen ontstaan op basidiën		3	Basidiomycota Basidiomyceten	TABEL
	b	Hymenium aan de bovenkant; sporen ontstaan in asci (zakjes)		6	Ascomycota Ascomyceten	TABEL
	c	Sporen ontstaan in een bolvormig vruchtlichaam		7
3	a	Met min of meer vlezige lamellen, plooien of lijsten.			Agaricales sensu lato	TABEL
3	b	Niet met vlezige lamellen		4
4	a	Met stekels			Hydnaceae Stekelzwammen	TABEL
4	b	Met buizen, poriën of zeer taaie lamellen		5
5	a	Buizen een zachtvlezige, van de hoed scheidbare laag vormend.			Boletaceae Boletenfamilie	TABEL
5	b	Poriën (zelden lamellen) van taaie consistentie, niet van het hoedweefsel te scheiden.			Aphyllophorales Gaatjeszwammen	TABEL
6	a	Hoed schotel- of komvormig.			Helvella p.p. Kluifzwam	TABEL
					Sclerotinia s.l.	TABEL
					andere Helotiales	TABEL
	b	Hoed afgerond, knopvormig of langwerpig.			Ostropales	TABEL
					Helotiales	TABEL
					Geoglossaceae	TABEL
					zie ook Cordyceps	TABEL
	c	Hoed onregelmatig hersenachtig gewonden			Helvellaceae	TABEL
	c	Hoed onregelmatig hersenachtig gewonden			ook sommige Leotiaceae	TABEL
	d	Hoed honingraatachtig of bijna glad en kegelvormig.			Morchellaceae	TABEL
7	a	Sporen ontstaan in ronde asci; vruchtlichamen klein («1 cm)			Onygena	TABEL
7	b	Sporen ontstaan op basidiën; vruchtlichamen groter		8
8	a	Gleba (sporenmassa) slijmig, bij rijpheid vrij aan de buitenlucht			Phallales Stinkzwammen	TABEL
8	b	Gleba stofachtig, door apicale monding vrijkomend			Tulostomatales	TABEL
9	a	Vruchtlichamen zijdelings of ruggelings vastzittend		10
9	b	Vruchtlichamen rechtop staand, plat of komvormig		11
10	a	Hoedonderkant met volkomen glad hymenium			Stereoïde Fungi	TABEL
10	b	Hoedonderkant met lamellen, stekels of gaten		3
11	a	Vruchtlichamen plat tot komvormig met open hymenium		12
	b	Vruchtlichamen knots- of geweivormig		15
	c	Vruchtlichamen afgerond, gesloten of met één of (zelden) meer openingen		18
12	a	Vruchtlichamen schijfvormig of komvormig, alleen in het midden aangehecht, soms min of meer kort gesteeld		13
12	b	Vruchtlichamen geheel aan het substraat vastgegroeid (resupinaat); hymenium met basidiën		14
13	a	Hymenium met asci (apotheciën)			Pezizales Bekerzwammen	TABEL
	a	Hymenium met asci (apotheciën)			Helotiales	TABEL
	b	Hymenium met basidiën			Cyphelloïde Fungi	TABEL
14	a	Hymenium glad of gestekeld			*Stereum* Korstzwammen	TABEL
	b	Hymenium merulioïd			Merulioïde Fungi	TABEL
	c	Hymenium poroïd			Gaatjeszwammen	TABEL
15	a	Vruchtlichamen hard, met ingezonken peritheciën ..			Xylaria Geweizwam	TABEL
15	b	Vruchtlichamen vlezig; hymenium met basidiën of asci		16
16	a	Vruchtlichamen geweivormig vertakt; hymenium met basidiën.	gelatineus		Calocera	TABEL
	a	Vruchtlichamen geweivormig vertakt; hymenium met basidiën.	niet gelatineus		clavarioïde Fungi	TABEL
	b	Vruchtlichamen onvertakt		17
17	a	Vruchtlichamen meestal donker groen of zwart; hymenium met asci.			Geoglossaceae Aardtongen	TABEL
	b	Vruchtlichamen van andere, lichtere kleur; hymenium met basidiën.			Clavariadelphus	TABEL
					Clavulinopsis Knotszwam	TABEL
					e.a. clavarioïde geslachten	TABEL
18	a	Vruchtlichamen klein (5 mm), echter vaak meerdere in één groot stroma (vruchtbed) verenigd		19
18	b	Vruchtlichamen groter (» 5 mm), knolvormig, min of meer vlezig, tenminste in jonge toestand gesloten		23
19	a	Vruchtlichamen van verschillende vorm, een conidiënmassa bevattend (sporen die op verschillende dragercellen, maar niet in asci gevormd worden)			pycnidiën van Ascomyceten	TABEL
	a				pycnidiën van Coelomyceten	TABEL
	b	Vruchtlichamen van verschillende vorm, met asci		20
	c	Vruchtlichamen ondergronds (= hypogeïsch), onregelmatig knolvormig, zygosporen, chlamydosporen of sporangiën bevattend.			Endogonales	TABEL
20	a	Vruchtlichamen bolrond, gesloten, met onregelmatig verspreide, meestal ronde asci			cleistotheciën van Eurotiales	TABEL
20	b	Vruchtlichamen gesloten of met opening; asci min of meer langwerpig, parallel of in bundels gerangschikt		21
21	a	Talrijke ascomata in grote stromata ingebed		22
21	b	Niet aldus.			talrijke andere Ascomycota Ascomyceten	TABEL
22	a	Stroma donker en hard. vooral			Xylariaceae	TABEL
	b	Stroma licht en vlezig.			Hypocrea	TABEL
					Cordyceps	TABEL
					en andere
23	a	Hypogeïsch (=ondergronds; zie de Vries, 1971)		24
23	b	Epigeïsch (= bovengronds)		26
24	a	Vruchtlichamen met een stevige wand en stofachtig uiteenvallende inhoud.			Elaphomyces Hertetruffel	TABEL
24	b	Inhoud van vruchtlichamen van stevige consistentie, niet stofachtig uiteenvallend		25
25	a	Sporen in asci, vaakgroot en sterk geornamenteerd.			Tuberales Echte truffels	TABEL
	b	Sporen op basidiën basidiogene			Hypogaea	TABEL
		Vruchtlichamen bevatten zygosporen, chlamydosporen of sporangiën.			Endogonales	TABEL
26	a	Vruchtlichamen bij rijpheid opengaand waarbij een slijmige sporenmassa (gleba) vrijkomt (al of niet op een steelachtig orgaan)			Phallales Stinkzwammen	TABEL
	b	Vruchtlichamen bij rijpheid een stoffige sporenmassa vormend		27
	c	Sporenmassa blijft in peridiolen ingesloten, waarvan één of meerdere uit elk vruchtlichaam vrijkomen.			Nidulariales Nestzwammetjes	TABEL
27	a	Vruchtlichamen omgeven door een zacht en min of meer dun peridium.			Lycoperdales Stuifzwammen	TABEL
27	b	Vruchtlichamen omgeven door een dik en hard peridium		28
28	a	Peridium bij rijpheid onregelmatig aan de top openbrekend.			Sclerodermataceae Aardappelbovisten	TABEL
	b	De buitenste laag van het peridium stervormig opengaand.			Geastraceae Buikzwammen	TABEL
	b				Astraeaceae	TABEL