HERPLANTPLICHT
deelgemeente
Feijenoord
Sector ROB
september 1995Vastgesteld door de
deelgemeenteraad op 21 september 1995
Redactie:
J. van der Wolde, deelgemeente Feijenoord
Met speciale dank aan:
mevrouw F. van Weelderen, Werf Feijenoord,
Gemeentewerken
mevrouw I. Klunne, deelgemeente Feijenoord
mevrouw I. Snijders, deelgemeente Feijenoord
P. Groeneveld, deelgemeente Feijenoord
mevrouw S. Doesburg, deelgemeente Feijenoord
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING
1
HUIDIGE GROENSITUATIE DEELGEMEENTE FElJENOORD
2
BELEIDSKADER DEELGEMEENTE FElJENOORD
3
JURIDISCHE ASPECTEN
3.1.
ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING ROTTERDAM
3.2
'KAPVERORDENING'
4
HERPLANTPLICHT
4.1
OPENBARE RUIMTE
4.1.1
Bomenbalans
4.2 PRIVE
BUITENRUIMTE
4.2.1
Bomen-matrix
5
HANDHAVING
6
CONCLUSIES
INLEIDING
Doelstelling
De doelstelling van deze notitie is om
een afname van het aantal bomen in de deelge-
meente tegen te gaan. Het streven is om voor
iedere boom die gekapt wordt er één terug te
laten komen. Het middel dat hiervoor ter
beschikking staat is het opleggen van een
herplantplicht op het moment dat een
kapvergunning verleend wordt.
Commissie
BSV en deelgemeenteraad
De commissie Beheer, Stadsvernieuwing en
Volkshuisvesting (BSV) heeft in haar vergadering
van 19 januari 1995 positief geadviseerd over het
opleggen van een herplant plicht bij het kappen
van bomen. Zij heeft toen gevraagd een aanvulling
te geven op het, gebied van de handhaving en van
het aantal bomen per tuin, wanneer er van
herplantplicht sprake is.
De deelgemeenteraad heeft deze notitie
vastgesteld in de vergadering van 21 september
1995.
De
opbouw van de notitie
In hoofdstuk 1 wordt de huidige
groensituatie kort beschreven. Hoofdstuk 1 laat
zien wat er in het werkprogramma van de
deelgemeente over buitenruimte en groen staat. In
hoofdstuk 3, 4 en 5 worden de kapverordening, de
herplantplicht en de handhaving behandeld. Aan
deze hoofdstukken wordt een aantal conclusies
gekoppeld, die verzameld zijn in hoofdstuk 6.
1 HUIDIGE GROENSITUATIE
Buitenruimte
Een essentieelonderdeel van het
deelgemeentelijk -ruimtelijk- beleid is de
kwaliteit van de buitenruimte. Het is belangrijk
dat de buitenruimte schoon, heel, veilig en
aantrekkelijk is. De verblijfswaarde van de
buitenruimte is, zowel voor de bewoners als voor
de ondernemers van Feijenoord, een kenmerkend
onderdeel van hun woon- en werkmilieu.
Groen
Een kenmerkend onderdeel van de
buitenruimte is dat 'het groen' er op een
aantrekkelijke en functionele manier in verwerkt
is. Met functioneel wordt bedoeld dat de
verschillende buitenruimte-functies, zoals
stadsrecreatie, spelen, sporten, op een bankje
-aan het water -zitten, op de juiste wijze in een
groen-ontwerp en een groene inrichting verwerkt
zijn. Hierbij hoort een praktisch en goed beheer,
waar alle partijen bij betrokken zijn. Naast de
effecten op ontwerp, inrichting en beheer heeft
het 'groen' natuurlijk ook een 'zuurstof-
verrijkend' effect op ons dagelijks leefmilieu.
Relatief
weinig groen in Feijenoord
De deelgemeente Feijenoord heeft in zijn
geheel genomen weinig groen 'per vierkante meter'
: vier keer zo weinig als heel Rotterdam.
Gedeeltelijk is dit te verklaren door de ligging
van de deelgemeente in en om het stadscentrum.
Binnen deze lage score zijn er nog wel
aanzienlijke verschillen per wijk. Vreewijk staat
bekend om zijn aantrekkelijke tuindorp-karakter.
De bomen leveren daar een belangrijke bijdrage
aan. De wijk Feijenoord is groener geworden door
de aanleg van het Nassaupark, het Rosepark en het
-nog defInitief in te richten -Spoorweghavenpark.
De andere wijken beschikken welover enige
wijkparken, maar hebben geen hoge
'groen-dichtheid'.
Herplantphcht
Omdat Feijenoord weinig groen 'per
vierkante meter' heeft, is het van belang het
huidige aantal bomen minimaal te handhaven. Het
werkprogramma van de deelgemeente zegt hierover:
"het bestuur wil de groenvoorzieningen niet
aantasten II .Daarnaast wordt er naar gestreefd
om de parken, parkjes, pleinen en andere
buitenruimten' groener' te maken. Dit betekent
dat bij het kappen van bomen een herplantplicht
opgelegd moet worden. De herplantperiode wordt op
één jaar gesteld, zodat voor iedere boom een
geschikt plantsei- zoen gevonden kan worden. De
werf van Gemeentewerken adviseert over de
herplantperi- ode, de boomsoort en de
boomgrootte.
- Bij het
kappen van bomen wordt een herplantplicht
opgelegd.
- De
termijn van herplanting wordt op één
jaar gesteld, rekening houdend met het
juiste plantseizoen, zodat voor iedere
boom een geschikt plantseizoen gevonden
kan worden.
2 BELEIDSKADER
DEELGEMEENTE FEIJENOORD
Werkprogramma
Het werkprogramma Feijenoord is bij het ontstaan
van de deelgemeente -april 1994 -door het toen
aantredende dagelijks bestuur uitgebracht.
Hieronder wordt uit de inleiding het onderdeel
Bevolkingsontwikkeling samengevat. Vervolgens
wordt uit de beleidsparagrafen Ruimtelijke
Ordening en Beheer en Milieu geciteerd.
Bevolkingsontwikkeling
De bevolking in de deelgemeente
Feijenoord zal in de komende jaren toenemen. De
prognoses spreken van een toename van 70.000 naar
100.000 in het jaar 2006. Met name het aantal
kinderen van 0 tot 14 jaar zal een groter deel
van de bevolking uitmaken dan voorheen. Er zal
moeten worden ingespeeld op een toenemend gebruik
van de buitenruimte door verschillende
leeftijden.
Ruimtelijke
Ordening
Feijenoord is een stedelijk gebied
aan het water met veel voorzieningen en een grote
culturele diversiteit. Er is een sterke menging
van wonen en werken. Er is relatief weinig groen
vergeleken met de meeste andere deelgemeenten.
Beheer
en Milieu
Feijenoord is één van de meest
dichtbevolkte gebieden van Nederland. De komende
jaren zal de bevolking nog verder groeien. Naast
deze groei treedt er ook een sterke verjonging op
van de bevolking. Deze twee tendensen leggen een
grote druk op de toch al zo schaars aanwezige
buitenruimte. Het deelgemeente-bestuur wil daarom
de groenvoorzieningen niet aantasten.
Notitie
milieu
Naast deze notitie over de
herplantplicht wordt dit jaar een notitie
'milieu' gemaakt, waarin behalve 'groen' ook
zaken als 'verkeer' en 'afval' naar voren
gebracht zullen worden.
3 JURIDISCHE ASPECTEN
3.1
ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING ROTTERDAM
Op 1 juni 1994 is de Algemene
Plaatselijke Verordening (APV) Rotterdam in
werking getreden. De voonnalige Kapverordening is
een onderdeel van de APV geworden en staat nu
onder paragraaf 4: het bewaren van
houtopstanden/natuurbescherming. Omdat het woord
'kapverordening' in de dagelijkse omgangstaal nog
veel gebruikt wordt zal het in deze notitie ook
-tussen aanhalingstekens -aangehouden worden.
3.2
'KAPVERORDENING'
De 'kapverordening' begint met artikel
4.4.1. Hierin worden de volgende begrippen
omschreven.
Boom |
een houtachtig,
overblijvend gewas, dat:
- één- of meerstarnmig kan zijn,
waarbij in geval van meerstarnmigheid de
stammen zich bovengronds moeten
vertakken;
- een dwarsdoorsnede van de stam, of bij
meerstarnmigbeid de dwarsdoorsnede van de
dikste stam, van minimaal 15 centimeter
op 1 ,30 meter hoogte boven het maaiveld
heeft |
Houtopstand |
één of meer
bomen, hakhout, een houtwal, een
lintbeplanting in de vorm van heesters,
al of niet met bomen, een beplanting van
bosplantsoen. |
Hakhout |
één of meer
bomen of boomvormers die, na te zijn
geveld, opnieuw op de stronk uitlopen. |
Knotten/
kandelaberen |
het tot op de
oude snoeiplaats verwijderen van
aangegroeid takhout bij als cultuurboom
gekweekte knotbomen, gekandelaberde bomen
of leibomen. |
Bebouwde kom |
de bebouwde kom
van de gemeente, vastgesteld ingevolge
artikel 1, vijfde lid van de Boswet. |
Herplant |
vervangen van
houtopstand op eigen terrein |
Boomwaarde |
de waarde van
bomen, vastgesteld overeenkomstig het
bepaalde in artikel 4.4.12.
|
Vervolgens wordt
in de artikelen 4.4.2 tot en met 4.4.15 behandeld
wanneer het verboden is te kappen, hoe een
kapvergunning aangevraagd moet worden en hoe een
herplantplicht opgelegd kan worden. Deze
artikelen kunt u in de bijlage terugvinden.
Wanneer
wordt een kapvergunning geweigerd / afgegeven?
De 'kapverordening' spreekt van 'de
bescherming van het milieu, het natuur- en
stadsschoon en de zorg voor het uiterlijk aanzien
van de deelgemeente' .Bij het opstellen van
bepalingen inzake het bewaren van
houtopstanden,is zoveel mogelijk aansluiting
gezocht bij de model- bomenverordening 1993 van
de Vereniging Stadswerk Nederland en de
Bomenstichting. Een aanvraag tot een
kapvergunning kan geweigerd worden" in het
belang van stadsschoon, natuur en milieu,
recreatie en leefbaarheid en de
cultuurhistorie" .
Een
kapvergunning kan verleend worden "wanneer
een boom een potentieel gevaar vormt voor de
openbare veiligheid, wanneer de boom een
belemmering in de licht- en luchttoevoer vormt,
wanneer de boom binnen een bepaalde afstand -een
halve meter - tot de erfgrens staat en
wanneer er sprake van een bepaalde boomziekte
is" .
De criteria bij de belangenafweging rond een
kapvergunning krijgen een plaats binnen
gemeentelijk en deelgemeentelijk groenbeleid door
verwijzing naar 'groene' plannen. Waar bij
,...
terugplanten gesproken wordt over deze' groene'
plannen, wordt verwezen naar de relevante !
plannen die er zijn, zoals het Bomenplan
Rotterdam, de Ontwikkelingsvisie Feijenoord, het
, Integraal Structuurplan Buitenruimte, het
Buitenruimteplan Kop van Zuid en de verschillende
r Wijk-jaarplannen. Over de afweging van belangen
is inmiddels uitgebreide jurisprudentie ontstaan, die in het algemeen positief
uitwerkt voor het behoud
van bomen. Bomen blijken ~< wel dikwIjls te
moeten sneuvelen als er sprake is
van ernstIg gevaar voor omvallen of van overlast,
bijvoorbeeld als gevolg van bladval,
verstoppingen van rioleringen, vermindering
bezonning of uitzicht.
Wanneer een
kapvergunning geweigerd wordt of een
herplantplicht opgelegd wordt, is het mogelijk om
in beroep te gaan. Er wordt dan de gebruikelijke
procedure gevolgd via de commissie voor de
Bezwaar- en Beroepschriften van de deelgemeente
Feijenoord.
4 HERPLANTPLICHT
4.1
OPENBARE RUIMTE
- De
overheid en bedrijven die -via een
kapvergunning -bomen weghalen, zijn
verplicht- tenminste -evenveel bomen
terug te zetten op dezelfde plaats.
Wanneer dit niet
mogelijk is dan op een plaats in de
nabijheid, binnen dezelfde wijk.
De overheid of
het bedrijf draagt zorg voor de gemaakte kosten.
Wanneer namens een bedrijf een kapvergunning
wordt aangevraagd dan blijft het bedrijf de
betaler .
4.1.1
Bomenbalans
Gemeentewerken heeft een
informatiesysteem waarin zich gegevens over alle
bomen in de verschillende deelgemeenten bevinden.
Met dit 'bomenbestand' is het
mogelijk per wijk een optelsom te maken van het
aantal bomen dat aanwezig is. Wanneer jaarlijks
een overzicht gemaakt wordt, moet daaruit blijken
dat minimaal evenveel bomen aanwezig zijn als het
jaar daarvoor. Op deze manier legt de overheid
verantwoording af over de 'bomenbalans ' in de
openbare ruimte.
- Gemeentewerken
- de werf - maakt jaarlijks een overzicht
per wijk waaruit in vergelijking met het
voorgaande jaar moet blijken dat minimaal
evenveel bomen aanwezig zijn
(wijkbomenbalans).
Deze
wijkbomenbalans zal jaarlijks aan de commissie
BSV gepresenteerd worden.
4.2
PRIVE BUITENRUIMTE
- Rechtspersonen
die - via een kapvergunning - bomen
weghalen uit hun privé-buitenruimte zijn
verplicht -tenminste- evenveel bomen
terug te zetten. Het aantal bomen per
tuin zal via de 'bomen-matrix
' bepaald worden.
De rechtspersoon
die de kapvergunning aanvraagt, draagt zorg voor
de kosten behorende bij de herplantplicht.
Wanneer namens een rechtspersoon een
kapvergunning wordt aangevraagd dan blijft de
rechtspersoon de betaler.
4.2.1
Bomen-matrix
Het bepalen van het aantal bomen per
tuin, is afhankelijk van de grootte van de tuin
en van de ligging van de bomen ten opzichte van
elkaar. Het begrip boomgrootte heeft betrekking
op de te verwachten kroondiameter van de
betreffende boomsoort. In het schema op de
volgende pagina wordt een driedeling op basis van
deze kroondiameter gemaakt.
Grootte boom |
Kroondiameter |
Plantafstand
van bomen,
hart op hart |
Afstand boom tot
gevel |
Kroondiameter
op tekening |
Ie grootte |
> 8 meter |
10 meter |
8 rn (0,5xI2+2) |
12 meter |
2e grootte |
4 tot 8 meter |
8 meter |
6 rn (0,5x8+2) |
8 meter |
3e grootte |
tot 4 meter |
4 meter |
4 rn (0,5x4+2) |
4 meter |
De 'bomen-matrix
' ziet er als volgt uit.
Afmeting tuin |
Maximum
aantal bomen,
1e grootte |
Maximum
aantal bomen,
2e grootte |
Maximum
aantal bomen,
3e grootte |
tot 10 m2 |
x |
1 |
2 |
10 - 20 m2 |
1 |
2 |
3 |
20 - 40 m2 |
2 |
3 |
7 |
40 - 50 m2 |
3 |
5 |
11 |
50 - 75 m2 |
5 |
7 |
15 |
75 - 100 m2 |
7 |
10 |
23 |
100 - 125 m2 |
9 |
15 |
28 |
125 - 150 m2 |
11 |
18 |
35 |
150 - 175 m2 |
13 |
20 |
40 |
175 - 200 m2 |
15 |
24 |
48 |
- Het
gewenste aantal bomen per tuin kan
-wanneer een herplantplicht opgelegd
wordt -met behulp van de 'bomen-matrix '
bepaald worden.
Bij het
gebruiken van de matrix wordt eerst bepaald hoe
groot de tuin is om vervolgens het aantal bomen
te kiezen dat daar verhoudingsgewijs bij hoort.
Indien in een tuin bomen van verschillende
groottes staan, wordt een gemiddelde grootte
gekozen, welke naar beneden wordt afgerond.
Wanneer het aantal bomen 'na het kappen' in
overeenstemming met de bomen-matrix is, wordt
geen herplantplicht opgelegd. Wanneer er na het
kappen verhou- dingsgewijs te weinig bomen staan,
wordt een herplantplicht opgelegd.
5 HANDHAVING
Parkwachter
De Werf Feijenoord heeft aangegeven dat
het mogelijk is om een parkwachter, in dienst van
Gemeentewerken en werkzaam voor de Werf
Feijenoord, de controle te laten uitvoeren.
- De
parkwachter voert de controle uit.
Indien blijkt
dat degene aan wie een herplantplicht opgelegd is
binnen de gestelde termijn niet aan deze plicht
heeft voldaan, kan de parkwachter proces-verbaal
opmaken. De parkwachter is onbezoldigd ambtenaar
van de Gemeentepolitie en kan daaraan de
verbaliseerbevoegdheid ontlenen. Voor de
deelgemeente Feijenoord is 0,5 a 0,75
formatieplaats-parkwachter beschikbaar.
6 CONCLUSIES
- Bij het
kappen van bomen wordt een herplantplicht
opgelegd.
- De
termijn van herplanting wordt op één
jaar gesteld, rekening houdend met het
juiste plantseizoen, zodat voor iedere
boom een geschikt plantseizoen gevonden
kan worden.
- De
overheid en bedrijven die -via een
kapvergunning -bomen weghalen zijn
verplicht - tenminste -evenveel bomen
terug te zetten op dezelfde plaats.
Wanneer dit niet mogelijk is dan op een
plaats in de nabijheid, binnen dezelfde
wijk.
- Gemeentewerken
-de werf -maakt jaarlijks een overzicht
per wijk waaruit in vergelijking met het
voorgaande jaar moet blijken dat minimaal
evenveel bomen aanwezig zijn
(wijkbomenbalans).
- Rechtspersonen
die -via een kapvergunning -bomen of
ander 'groen' weghalen uit hun
privé-buitenruimte, zijn verplicht
-tenminste -evenveel bomen terug te
zetten. Het aantal bomen per tuin zal via
de 'bomen-matrix I bepaald worden.
- Het
aantal bomen per tuin kan -wanneer een
herplantplicht opgelegd wordt -met behulp
van de 'bomen-matrix I bepaald worden.
- De
parkwachter voert de controle uit.
|