27 november 1996
TOETSCRITERIA
VOOR HET AL DAN NIET ROOIEN VAN BOMEN1. Inleiding
Bijgaand treft u aan een nota over
toetscriteria voor het al dan niet rooien van
bomen in Hoogvliet.
Het idee is deze criteria te gebruiken voor het
toetsen van elke rooiaanvraag.
De
uitgangspunten voor de te hanteren criteria zijn
verankerd in de 'bomenverordening' hoofdstuk 4,
paragraaf 4 van de" Algemene Plaatselijke
Verordening Rotterdam" (APV). De nieuwe
boomverordening is op 21 december 1995 door de
gemeenteraad vastgesteld. De verordening is als bijlage
1 bijgevoegd. De in de paragraaf genoemde
weigeringsgronden voor het rooien van bomen zijn
handhaving van natuur-, landschaps- of
dorps-/stadsschoon of andere redenen van
milieubeheer.
Als hulpmiddel kan de boomwaarde van de te rooien
boom worden bepaald. Het bepalen van de
boomwaarde staat beschreven in de tekst van bijlage
2.
Hoe Hoogvliet
met de uitgangspunten van de APV regelgeving om
wil gaan en hoe een en ander leidt een
"checklist" met toetscriteria voor het
al dan niet rooien van bomen staat in deel 2 en
deel 3 van deze notitie beschreven.
2. Het
al of niet rooien van bomen in Hoogvliet
Het proces van de rooiaanvraag
Rooiaanvragen worden om advies voorgelegd aan
de Gemeentewerf. De groenbeheerders van de Werf
beoordelen de aanvragen voor rooivergunningen
zorgvuldig. Bij twijfel wordt de vakdiscipline
"Boomverzorging" van Gemeentewerken
ingeschakeld.
Bij verzoeken van particulieren wordt over het
algemeen iets soepeler gekeken naar de situatie
van een boom. omdat vooral bewoners in veel
gevallen geen idee hebben bij het planten van een
boom wat de uiteindelijke habitus (vorm en
grootte) wordt en derhalve vaak voor veel te
grote soorten kiezen. Wel wordt een
herplantplicht aan dergelijke rooivergunningen
verbonden, met het advies een boom van de 2e of
3e grootte terug te planten (in de matrix aan het
eind van deze nota staat aangegeven wat 1ste, 2de
en 3de grootte inhoudt). Een recent voorbeeld
hiervan is Bijster 35, waar een eik in de
achtertuin stond die al het zonlicht wegnam. Als
herplantplicht is geadviseerd om een najaarskers
terug te planten.
Redenen om
een rooivergunning te adviseren
Wijkers/blijvers
In Hoogvliet is in het verleden op veel
lokaties, met name in de wijken Oudeland,
Zalmplaat en Meeuwenplaat, gekozen voor
(Italiaanse) populieren en wilgen, snelgroeiende
soorten die binnen afzienbare tijd een groen
beeld opleveren; een zeer belangrijk argument bij
het "aankleden'. van een nieuwbouwwijk. In
de onderbeplanting of als 2e beplanting is dan
vaak gekozen voor langzamer groeiende soorten,
zoals lindes of haagbeuken en dergelijke. De
bedoeling van een dergelijke aanplant is om op
termijn de "wijkers" (populieren en
wilgen), zodra zij hun volle wasdom hebben
bereikt en voldoende aan het beeld van de wijk
hebben bijdragen. te rooien; inmiddels zijn dan
de langzamer groeiende lindes, essen en
haagbeuken. de "blijvers", zo groot
geworden dat deze bomen het groenbepalende beeld
kunnen overnemen.
In Hoogvliet is
op veel plaatsen verzuimd om de
"wijkers" daadwerkeliijk te rooien,
hetgeen (nadelige) gevolgen heeft voor zowel het
groen als de verharding. De wilgen en populieren
zijn vaak zo groot geworden dat zij licht
wegnemen van de nog altijd kleinere
"blijvers", die daardoor kunnen gaan
kwarren. Daarnaast drukken de bomen door hun
enorme wortelpakket vaak ook de verharding
omhoog, hetgeen resulteert in onveilige
situaties. (Let wel: de grootte van de kroon
bepaalt tevens de grootte van het wortelpakket in
een verhouding van 1: 1, mits voldoende ruimte
aanwezig is).
Voor deze bomen wordt het "straatbomenstructuurplan"
geschreven, een gecombineerde actie tussen lokaal
wegherstel (meestal parkeerplaatsen in woonwijken
zoals aan de Schakelweg) en het rooien van de
grote en vaak gevaar opleverende bomen. Hierover
wordt u nog nader gerapporteerd.
Verkeerd
gekozen bomen
In sommige gevallen is in een woonstraat
eenvoudigweg de verkeerde boom gekozen. Vaak
wordt de boom te groot voor het straatje, wat
wellicht mag resulteren in een prachtig
"laaneffect", maar voor de bewoners
over het algemeen veeloverlast oplevert door
schaduwen takken tegen de tegels. Een voorbeeld
hiervan is de Janswaal met zijn platanen. Bij
dergelijke prachtige bomen is het bijzonder
onplezierig om een rooivergunning te moeten
adviseren; derhalve is in dit geval gezocht naar
een alternatief in de vorm van herplant op de
Aveling. Vaak wordt geadviseerd om te rooien en
daaraan een herplantplicht te verbinden voor
bomen van een 2e grootte.
Ook kan een boom verkeerd zijn gekozen vanwege de
grondslag. De Hoogvlietse ondergrond is zeer
divers, van klei tot veen en alles wat daar
tussen zit. In de Elritsstraat stonden voor de
wegrenovatie een aantal esdoorns te kwarren, mede
vanwege het feit dat de ondegrond (kleiig zand)
niet zo geschikt was voor deze bomen.
Grondverbetering kan in een dergelijke situatie
een oplossing bieden, maar rooien en een ander
soort terugplanten is vaak effectiever.
Te hoge
grondwaterstand/kwarrende bomen
In sommige gevallen kwarren de bomen omdat de
ondergrond te zwaar is verdicht voor de wortels
om diep genoeg te kunnen doordringen, of is de
grondwaterstand zo hoog dat het wortelpakket niet
diep genoeg kan wortelen. Het gevolg is dan breed
uitstoelende wortelpakketten die de verharding
opdrukken. In het trottoir leidt dit tot
gevaarlijke situaties, want mensen kunnen
struikelen over schuin opstaande trottoirtegels.
In de straat houdt dit vaak in dat parkeervakken
onbereikbaar worden. Aan de boom is duidelijk te
zien dat hij het niet naar zijn zin heeft; vaak
zijn de bomen te iel voor hun habitus, komt de
boom niet goed in het blad en dergelijke. Kortom,
de boom kwart. Zonder uitgebreide (dure!)
grondverbeterende maatregelen heeft het in
dergelijke gevallen geen zin de boom te handhaven
of te herplanten.
Integratie
met grote reconstructiewerkzaamheden
Zodra groot wegonderhoud of renoverend
groenonderhoud wordt gepleegd, wordt altijd
gekeken naar de toestand van de aldaar aanwezige
bomen. Nog afgezien van bovenstaande effecten (te
hoge grondwaterstand of een te zwaar verdichte
ondergrond), kan de toekomst van de boom ook
worden bepaald door de mate van ophoging. Een
ophoging van 10 cm. of meer wordt al
twijfelachtig voor de overlevingskansen van de
boom. In een dergelijk geval wordt een
rooivergunning geadviseerd, vaak met een
herplantplicht als er weinig bomen in de omgeving
staan. Soms wordt geen herplantplicht
geadviseerd, zoals in de Lampreistraat, aangezien
die omgeving zo boomrijk is dat een rij
straatbomen nauwelijks bijdraagt aan het beeld
van de omgeving.
Tenslotte
Onderzocht wordt of het mogelijk is om,
bijvoorbeeld naar aanleiding van een wegrenovatie
waarbij aanwezige bomen niet voldoende
toekomstmogelijkheden hebben, één boom te
handhaven, zelfs eventueel te verplaatsen, en op
deze wijze een plek te creêren waar de boom wel
tot volledige wasdom kan komen.
Het al dan niet rooien van bomen is er altijd op
gericht om Hoogvliet zo mooi, maar ook zo veilig
mogelijk te laten zijn. Momenteel bezit Hoogvliet
11.506 bomen, uiteraard niet alleen in de
verharding, maar landelijk gezien is dit een zeer
behoorlijk aantal van een "stad" van
deze omvang.
Het is belangrijk om zorgvuldig om te gaan
met rooiverzoeken, maar het is ook belangrijk om
de veiligheid van de bewoners te waarborgen en
overlast waar mogelijk te beperken.
Checklist
Om de afwegingen, die medewerkers van de
Gemeentwerf per te rooien boom maken, nog beter
aan u over te brengen stel ik voor voortaan per
rooiaanvraag steeds de volgende checklist na te
lopen:
* Openbaar en
niet openbaar toegankelijke grond
Bevindt de boom zich op openbaar- of niet
openbaar toegankelijke grond (particuliere
tuinen)?
* Weigeren
vergunning
Op welke gronden van de boomverordening wordt
de aangevraagde vergunning geweigerd?
Als gezegd zijn weigeringsgronden voor rooien:
handhaving van natuur-, landschap-, of dorps-/
stadsschoon of andere redenen van milieubeheer.
Als hulpmiddel kan de boomwaarde van de te rooien
boom bepaald worden.
* Verstrekken
vergunning
Op welke gronden wordt de rooivergunning
verstrekt?
Gronden zijn:
-gevaar voor
omwaaien of takbreuk;
-belemmering van het uitzicht voor het
verkeer:
-belemmeren van licht, lucht en vochtigheid;
-verstopt raken van goten van woningen e.d.;
-geleidelijk verjongen van houtopstanden;
-een afstand van boom tot perceelgrens minder
dan 2 meter tot de perceelgrens met de buren.
N.B. voor bomen
in niet openbaar toegankelijke tuinen de regels
soepel hanteren, omdat de bereidheid bij de
burgers en particuliere instellingen om bomen te
planten negatief beïnvloed wordt als zij terecht
kunnen vrezen er "eeuwig aan vast te
zitten".
Voor de
volledigheid volgt hierna de letterlijke tekst
van artikel 4.4.4 van de APV met
betrekking tot weigering/verlening van
vergunning.-
.
Burgemeester
en wethouders kunnen de vergunning weigeren dan
wel onder voorwaarden verlenen in het belang van:
-natuur- en milieuwaarden;
-landschappelijke waarden:
-cultuurhistorische waardenwaarden van stads- en
dorpsschoon:
-waarden voor recreatie en leefbaarheid
. Burgemeester en wethouders kunnen bij het
weigeren of onder voorwaarden verlenen van een
vergunning tevens de boomwaarde betrekken
. Burgemeester en wethouders betrekken bij hun
beslissing de toepasselijke gemeentelijke
bestemmings-. groen-, bomen- of
landschapsplannen.
. Burgemeester en wethouders verlenen de
vergunning, indien deze wordt gevraagd teneinde
te voldoen aan de verplichting ingevolge het
bepaalde in boek 5,
artikel 42,
van het Burgerlijk Wetboek.
* Nadere
overwegingen
Met name voor openbare bomen gelden ook nog
de volgende overwegingen voor het al dan niet
rooien (zie ook hoofdstuk 2):
-zijn het blijvers of wijkers;
-staat de juiste boom op de juiste plaats;
-is de boom kwarrende omdat de ondergrond
verkeerd is of de grondwaterstand te hoog is;
-bij een grootschalige reconstructie: kan een
boom tegen een ophoging en heeft een boom
voldoende toekomstperspectief: het streven zou
moeten zijn dat elke boom op een dergelijke
plaats wordt geplant dat hij oud kan worden;
beter één boom die oud kan worden dan vijf die
vroegtijdig gerooid moeten worden.
* Herplantplicht
Is er een herplantplicht als de
rooivergunning verstrekt wordt? Hierna volgen een
tweetal matrices te gebruiken om de richtlijn te
bepalen voor het al dan niet verplichten tot
herplant bij niet openbaar toegankelijke
particuliere tuinen. Het aantal te planten bomen
per tuin is daarbij afhankelijk gesteld van een
aantal factoren.
-beeldbepalendheid van de voor- c.q. achtertuin:
-programma van eisen voor de inrichting van de
buitenruimte:
-de ligging van de tuin ten opzichte van de
gevel. buurtuinen en openbare weg.
Het begrip boomgrootte tenslotte heeft betrekking
op de te verwachten kroondiameter van de
betreffende boomsoort.
* Inboet
Elk jaar worden de straatbomen van Hoogvliet
geïnspecteerd. Voor dode en kwarrende bomen met
een diameter groter dan 15 cm wordt een
rooivergunning aangevraagd met een advies ten
aanzien van (eventuele) herplant. Voor dode bomen
en bomen met gevaar voor takbreuk of omwaaien is
gelijk actie nodig ter beoordeling aan
Gemeentewerken, afdeling boomverzorging
In geval van rooien wordt dan achteraf de
noodzakelijke rooivergunning aangevraagd.
|