Frans
Andries des Tombe is vanaf de oprichting tot aan
zijn overlijden in 1926 secretaris van de
vereniging. Hij is de
organisator, de stimulator en de propagandist van
de vereniging.
Hij
leidt excursies en organiseert grote
tentoonstellingen die vele nieuwe leden
aanbrengen.
Hij
stimuleert de leden actief aan natuurstudie te
doen en op de vergaderingen "kleine
mededeelingen" te houden.
Vooral
door zijn propaganda-activiteiten wordt de
Rotterdamse afdeling binnen enkele jaren de
grootste afdeling van het land.
|
|
|
Hilversum. 22 Nov 1926,
En nu is des Tombe dood !
Nauwelijks een week na dien vroolijken feestavond
te Rotterdam. waarvan hij weer de ziel, waarop
hij weer de meest hartelijk gevierde was.
Dadelijk na dien feestavond schreef ik er een
verslag van in ons maandschrift. Zal ik nu onzen
redacteur verzoeken dit verslag van vroolijk
samenzijn liever niet te plaatsen, omdat dit
bericht van diep gevoeld leed er in zoo schril
contrast mee is ?
Neen, het worde geplaatst, zooals ik het schreef.
Want het geeft een beeld van het werken van onzen
levenden en levendigen des Tombe, zooals hij
altijd in onze herinnering zal blijven voortleven
!
Hoe opgewekt zat hij daar tegenover mij aan dien
keurigen disch ! Hoe genoot hij van die gepaste
vroolijkheid zijner vrienden om hem heen! Ik
mocht hem ook uit naam der zusterafdeeling
Hilversum. toespreken en hem nog vele jaren
arbeids toewenschen in het belang der groote
afdeeling Rotterdam en daardoor in 't belang
onzer heele N.N.V.
En toen reeds moet de dood hem in 't lichaam
hebben gegrepen. Wie zou het hem aangezien
hebben. met zijn fli!lke houding. zijn frisch
enthousiasme, zijn lachend gelaat om zooveel
succes!
En laat. na den, prachtig geslaagden feestavond.
zou hij met Portielje en mij logeeren in 't
zelfde hotel. Hij had echter nog wat te regelen
(des Tombe regelde immers altijd alles! ) en zou
wel nakomen. Toen ik in bed lag hoorde ik hem
komen op de kamer naast me. 's Morgens moesten
Portielje en ik reeds vroeg terug.
We hebben hem niet aan 't ontbijt gezien. Ik
schreef hem daarom nog eens over zijn prachtig
geslaagd feest. Wellicht heeft mijn brief hem
niet eens meer bereikt.
En nu is onze des Tombe niet meer! Een zwaar, een
zéér zwaar verlies voor onze N.N.V. een haast
niet te dragen verlies, lijkt het me, voor onze
grootste afdeeling Rotterdam!
Des Tombe. je hebt ons allen zoo'n mooi voorbeeld
gegeven van immer hard werken voor een mooi doel.
Dat zullen we nooit vergeten. Maar ook: je
prettige, beschaafde, opgewekte figuur, zoo
plotseling midden in den arbeid van ons
weggerukt, zal altijd in onze herinnering
voortleven.
Rust, des Tombe; rust in vrede !
* * *
|
.
. En den 25en November, een
twaalftal dagen slechts na zijn mooie feest,
hebben we onzen des Tombe grafwaarts gedragen.
Groot was de belangstelling uit allerlei kringen,
waarin de doode een vooraanstaande figuur was
geweest. En bijna {allen, die den mooien
feestavond twaalf dagen geleden hadden
meegemaakt, waren ook nu vereend in het
eenvoudige dorpskerkje van Hilligersberg.
Onder zacht orgelspel werd de kist met het
stoffelijk overschot van onzen vriend des Tombe
in ons midden neergezet. In zijn leven heeft hij
de bloemen zoozeer liefgehad; bloemen dekten ook
nu zijn lijk op de baar.
Dan trad Dr. Birnie, de grijze voorzitter der
afdeeling Rotterdam naar voren en sprak over den
arbeid van des Tombe aldaar Onze voorzitter, Dr
van Burkom, roemde hem als den stichter van vele
afdeelingen, als den ijverigen propagandist. Nog
anderen volgden en huldigden onzen overleden
vriend als ijveraar op het gebied van planten- en
bloemencultuur en van sport.
Sprakeloos stonden wij allen daarop luisterend
naar het zacht weemoedige orgelspel, allen met
onze gedachten bij onzen betreurden doode En toen
het orgel inzette: "Es ist bestimmt im
Gottes Rat", droegen we hem uit naar buiten,
waar zijn graf gedolven lag op den heuvel aan den
voet der oude ruïne, te midden van een stukje
natuur, vlak bij de rumoerige havenstad. En toen
de kist werd neergelaten, sprak de Novembermaand
ons niet als gewoonlijk van dood en vernietiging,
van slapen gaan; neen, zonnestralen
daalden van bleekblauwen hemel over dat
geopende graf en over ons allen. Het was of een
azuren lentekoepelons overwelfde sprekend van
licht en leven en opstanding en. . . berusting.
Was het wonder dat menig oog niet droog bleef op
dit aangrijpend oogenblik ? Die tranen, des
Tombe, waren de schoonste bloemen op je graf. Ze
bewezen, hoezeer je de liefde van velen gewonnen
had !
CHR.H.J.
RAAD
|
.
F. A. des Tombe
Zijn
werken buiten onze vereenigingMet groot
leedwezen hebben wij kennis genomen van het
overlijden van een zeer sympathieke figuur, den
heer F.A. des Tombe. Hoewel hij wel het meest
bekend was als ijverig werker en organisator op
lawn-tennis-gebied, genoot hij op menig ander
gebied meer dan gewone bekendheid, vriendschap en
waardeering.
Met
dankbaarheid gedenken wij hem als voorstander en
propagandist voor het wandeltoerisme, als ijverig
secretaris van de afd, Rotterdam der Ned.
Natuurhistorische Vereeniging, als Voorzitter in
den besten zin van "Nos Jungunt Rosae"
en als hoofdredacteur van "Rosarium",
het orgaan dezer vereeniging.
Met
hoeveel overtuiging heeft hij zich gezet aan de
uitwerking van het denkbeeld, door W. J. Lugard
destijds in ,,De Kampioen" naar voren
gebracht: het aantrekkelijk maken van stad en
dorp bij het binnentreden daarvan.
Een
verraderlijke blindedarmaanval, waarvoor een
operatie niet meer mocht baten, rukte dezen
42-jarigen man uit het leven, dat hij zoo schoon
zag, zoo liefhad, en waarin hij nog zooveel goeds
tot stand had willen brengen. In menigen kring
laat hij een ledige plaats achter en zal men hem
blijven gedenken als een sympathieke figuur, hard
werker en propagandist van de daad.
(De
Kampioen, 26 November 1926).
|
.
.
/\
NaaR
BoVeN
Literatuur
De Levende Natuur
1901. De
Duinstreek bij Oost-Voorne. DLN 6: 110.
1901. Een
wandeling in den Achterhoek van Gelderland. DLN 6
(6): 144-145.
1901. Leidsche
Zoölogische-Botanische vereeniging. DLN 5 (12):
258.
1905. Lycopodium
annotinum. DLN 9: 249-250.
1910. Ned.
Mycologische Vereeniging. DLN 15 (9): 183.
1919.
Natuurhistorische Clubs. DLN 24 (4): 127.
1922. De excursie
microscoop Tami. DLN 27 (7): 220.
1899. Een
aanbevelenswaardig tochtje voor een dierenvriend.
DLN 3: 238-239.
Heimans, J., 1926.
F.A. des Tombe overleden. DLN 31 (8): 256.
.
/\
NaaR
BoVeN
Vragen, correcties, aanvullingen of tips
ontvangen wij graag per E-MAIL.
|