.
.
.
.
Volgnr. |
Vraag |
Ga
naar |
Volgnr. |
Taxon |
Vervolgtabel |
1 |
a |
Schaaltje
in hoofdzaak chitineus, met weinig of geen
kwartsplaatjes of xenosomen. |
2 |
|
|
b |
Schaaltje
opgebouwd uit dicht aaneensluitende of elkaar
bedekkende plaatjes. |
3 |
|
|
2 |
a |
Schaaltje
peer- of zakvormig, dikwijls iets onregelmatig
van vorm, gewoonlijk met verdikten mondzoom,
zonder poriën. |
|
Nebela
tenella |
|
b |
Schaaltje
breed-elliptisch of eirond, met twee halsporiën.
|
|
Nebela
tincta |
|
3 |
a |
Mondzoom
getand, gekarteld of gegolfd;
schaalelementen min of meer hoekig, soms elkaar
gedeeltelijk bedekkend. |
|
Nebela
dentistoma |
|
b |
Mondzoom
anders;
schaalelementen niet overwegend hoekig. |
4 |
|
|
4 |
a |
Schaaltje
opgebouwd uit cirkelronde of breedelliptische
plaatjes, die elkaar met de randen gedeeltelijk
bedekken. |
5 |
|
|
b |
Schaalplaatjes
elkaar niet bedekkend. |
6 |
|
|
5 |
a |
Schaaltje
afgeplat;
over het fundusdeel een brede, walvormige
verdikking. |
|
Nebela
galeata |
|
b |
Schaaltje
al of niet afgeplat, zonder zulk een verdikking,
langgerekt. |
|
Nebela
americana |
|
6 |
a |
Schaaltje
met duidelijk te onderscheiden breedelliptisch
fundus- en versmald, min of meer cilindrisch
halsdeel. |
7 |
|
|
b |
Schaaltje
rond, elliptisch of knotsvormig. |
8 |
|
|
7 |
a |
Zeer
sterk afgeplatte vorm; halsdeel in het midden
soms verwijd. |
|
Nebela
lageniformis |
|
b |
Schaaltje
in dwarse doorsnede cirkelrond of
breed-elliptisch, het halsdeel meestal met lange,
dwarsuitstaande borstels bezet. |
|
Nebela
barbata |
|
8 |
a |
Schaaltje
aan de achterzijde met een brederen of smallere
kam. |
9 |
|
|
b |
Geen
kam ;
hoogstens met een zwakke aanduiding van een
omranding. |
10 |
|
|
9 |
a |
Brede
kam, met andere structuur dan die van de schaal
zelf schaal meestal ongekleurd. |
|
Nebela
carinata |
|
b |
Smalle,
soms ternauwernood waarneembare kam;
schaal meestal iets geelachtig. |
|
Nebela
marginata |
|
10 |
a |
Schaaltje
plastisch, vaak door plooien en groeven
onregelmatig van vorm. |
|
Nebela
triangulata |
|
b |
Schaaltje
niet plastisch, regelmatig van vorm. |
11 |
|
|
11 |
a |
Sterk
afgeplatte, op de dwarse doorsnede toegespitste
vorm;
grootte meer dan 180 µ. |
|
Nebela
tubulosa |
|
b |
Grootte
minder dan 180 µ;
dwarse doorsnede niet toegespitst. |
12 |
|
|
12 |
a |
Schaaltje
knotsvormig met lipvormig verdikten mondzoom;
grootte meestal minder dan 80 µ. |
|
Nebela
militaris |
|
b |
Schaaltje
niet knotsvormig, meestal grooter dan 80 µ. |
13 |
|
|
13 |
a |
Schaalas
(van fundus tot mondopening) korter dan de
loodrecht daaropstaande afmeting. |
|
Nebela
fiabellulum |
|
b |
schaalas
op zijn minst even lang als deze afmeting. |
14 |
|
|
14 |
a |
Schaaltje
breed-elliptisch met twee zijdelingse, soms
nauwelijks merkbare halsporiën;
schaalelementen vaak niet aaneensluitend, soms
(schijnbaar ?) geheel ontbrekend. |
|
Nebela
tincta |
|
b |
Schaaltje
min of meer peer-of zakvormig ;
geen halsporiën. |
|
Nebela
collaris |
|