SPERMATOPHYTINA ZAADPLANTEN DETERMINEERTABEL TOT DE FAMILIES

Volgnr.		Vraag	Ga naar
Volgnr.		Vraag	Volgnr.	Taxon / Groep	Vervolgtabel
1	a	Bomen of struiken met groene naald- of schubvormige bladen. Bloemen en zaden vaak in kegels; zaadknoppen onbedekt, alleenstaand of 1-meerdere aan de bovenzijde van de zaadschubben in de kegel		Gymnospermae Naaktzadigen	TABEL N
1	b	Bomen, struiken of kruiden, anders dan de vorige, indien met schubachtige bladen dan ook met opvallende, gekleurde bloemen (bijv. bremsoorten, Cytisus en Genista); zaadknoppen bedekt door 1 of meer vruchtbladen	2	Angiospermae Bedektzadigen
2	a	Geheel of gedeeltelijk ondergedoken of drijvende waterplanten bloemen vaak onopvallend, groen of bruinachtig		Waterplanten	TABEL A
2	b	Plant anders	3
3	a	Bloemen hoogstens 5 mm, in duidelijke (evt. samengestelde) schermen, met de bloemstelen uit één punt komend als de spaken van een paraplu			TABEL B
3	b	Bloemen anders gerangschikt, klein of groot	4
4	a	Bloemen relatief klein, opeengepakt in duidelijke hoofdjes, deze gelijkend op een scheerkwast of schijfvormig of knoopvormig of bolvormig of als van madeliefje; hoofdjes altijd met een krans van schutbladen (omwindsel) aan de voet			TABEL C
4	b	Bloemen klein of groot, alleenstaand, of langs een centrale as geplaatst in trossen, aren, pluimen of katjes	5
5	a	Bladen lijn- of bandvormig tot elliptisch met evenwijdige nervatuur, of pijlvormig; bloemen meestal 3- of 6-tallig		Liliopsida Eenzaadlobbigen	TABEL D
5	b	Bladen zeer verschillend van vorm, veernervig of met netvormige nervatuur; bloemen vaak 4- of 5-tallig of meer dan 6-tallig	6	Magnoliopsida Tweezaadlobbigen
6	a	Bloemen zeer klein, in onvertakte katjes of aren			TABEL E
6	b	Bloemen klein of groot, in trossen, vertakte kluwens, bijschermen of pluimen	7
7	a	Planten zonder bladgroen (chlorofyl); bladen tot kleine schubben gereduceerd			TABEL P
7	b	Planten met bladgroen	8
8	a	Bloemen zygomorf; vaak l- of 2-lippig, met ongelijke kroonbladen of kroonslippen	9
8	b	Bloemen actinomorf, ster-, kom- of klokvormig, met gelijke kroon en/of kelkbladen of slippen	10
9	a	Kroonbladen onderling niet vergroeid			TABEL F
9	b	Kroonbladen op enigerlei wijze vergroeid, vaak met duidelijk ontwikkelde buis			TABEL G
10	a	Bladen in duidelijke kransen van 4 of meer		Sterbladigenfamilie Rubiaceae
10	b	Bladen verspreid of tegenoverstaand	11
11	a	Bloemen met 1 krans van bloemdekbladen, of soms 2 in kleur en vorm gelijke kransen	12
11	b	Bloemen met een bloemdek van 2 duidelijke, in vorm en kleur verschillende kransen (kelk en kroon)	13
12	a	Bloemdek kroonbladachtig, gekleurd of wit			TABEL H
12	b	Bloemdek groen			TABEL I
13	a	Kroonbladen buisvormig vergroeid	14
13	b	Kroonbladen niet vergroeid	15
14	a	Vruchtbeginsel bovenstandig			TABEL J
14	b	Vruchtbeginsel onderstandig			TABEL K
15	a	Vruchtbeginsel bovenstandig			TABEL L1
					TABEL L2
					TABEL L3
	b	Vruchtbeginsel onderstandig			TABEL M