| Kenmerken |
Soort |
| Bloem,
bloeiwijze en vruchtlichaam |
Stengel
en blad |
Standplaats |
| Met 6 grote kroonbladen waarvan
drie omlaaggebogen (geen kelk) |
Lange, brede, zwaardvormige
bladen, stengel met bladschede iets afgeplat |
Langs
oevers en op natte plekken |
Gele
lis |
| Met 6 kroonbladen (geen kelk);
bloeiwijze schermvormig |
Bladen biesachtig, op doorsnede
driehoekig |
In
sloten en langs oevers |
Zwanebloem |
| Bloemen in hoofdjes, bloemsteel
onvertakt |
Kort, grasachtig blad |
Tuinwallen
en bermen |
Engels
gras |
| Kleine lila tot purperen
bloempjes aan draaddunne stelen eindelings aan de
steel |
Stengel en blad naar uien
ruikend |
Op
droge, grazige plaatsen |
Kraailook |
| Vrucht of bloeiwijze bolvormig
of met lange witte haren |
Bloeiwijze met lange, dichte,
pluizige beharing |
Bladen grasachtig |
Op
moerassige plaatsen |
Veenpluis |
| Bloeiwijze uit kleine bolletjes
samengesteld; bloemen afwezig |
Stengel en blad naar uien
ruikend |
Op
droge, grazige plaatsen |
Kraailook |
| Bloeiwijze
kogelrond en met ronde, stekelige vruchten |
Bloeiwijze onvertakt |
In sloten, vijvers en plassen |
Kleine
egelskop |
| Bloeiwijze vertakt |
Grote
egelskop |
| Vrucht-/bloeiwijze langwerpig en
rond |
Bloeiwijze een kolf |
Kolf komt zijdelings uit de
stengel; blad iets dwars gerimpeld |
Langs oevers en op drassige en
moerasachtige bodems |
Kalmoes |
| Bloeiwijze
en vrucht sigaarvormig |
Bloeiwijze niet door een
steeltje in tweeën gedeeld |
Grote
lisdodde |
| Bloeiwijze door een steeltje in
tweeën gedeeld |
|
Kleine
lisdodde |