Kenmerken |
Soort |
Bloemblad |
Blad |
Vormkenmerken
|
Bloem |
Blad
en plant |
5-8 |
Bladen ongedeeld |
Meestal 5 grote en stompe
bloembladen; bloem 3-5 cm, vertakte bloeiwijze |
Blad
niervormig en langgesteeld |
Dotterbloem |
6-12 |
kroonbladen langwerpig; met drie
bleke kelkbladen |
Blad
hartvormig tot rondachtig; met kleine
wortelknolletjes |
Speenkruid |
5 kroon- en kelkbladen |
Bloem klein, ca 1,5 cm groot |
Bladen
lancetvormig; planten lager dan 0,5 m |
Egelboterbloem |
Bloem 2 tot 4 groot |
Bladen
lancetvormig; planten hoger dan 0,6 m; blad
blauwgroen |
Grote
boterbloem |
Bladen ongedeeld |
Kelkbladen teruggeslagen tegen
de bloemsteel |
Stengel
aan de voet met een knol; blad in drieën gedeeld |
Knolboterbloem |
Kelkbladen
niet teruggeslagen |
Met
bovengrondse uitlopers; blad 3-tallig; topblaadje
gesteeld |
Kruipende
boterbloem |
Blad
handvormig ingesneden; zonder uitlopers |
Scherpe
boterbloem |
Bloem zeer klein; vruchthoofdjes
hoger dan breed |
Blad
gelobd tot gedeeld; met dikke holle, gegroefde
stengel |
Blaartrekkende
boterbloem |