Kenmerken |
Soort |
Bloemblad |
Blad |
Vormkenmerken
|
Bloem |
Blad
en plant |
10 |
Blad gedeeld |
Vijf bloembladen met een lange
spoor;
verwilderde vaak anders gekleurd |
Blad
dubbeldrietallig |
Wilde
akelei |
6 |
Bloembladen langwerpig;
bloem alleenstaand;
bloem vaak wat rood aangelopen |
Drie
kransstandige en samengestelde bladen |
Bosanemoon |
4 |
Bloembladen afvallend en dan
alleen uit meeldraden bestaand;
bloeiwijze een pluim |
Blad
twee- tot drievoudig geveerd |
Poelruit |
5 kroon- en kelkbladen |
Ondergedoken bladen met fijne
bladslippen |
Waterplanten |
Bloem
ca. 1 cm groot;
bloemsteel langer dan de bladen |
Blad
boven water stijf in een plat vlak haaks op de
stengel |
Stijve
waterranonkel |
Bloem
1-1,5 cm groot, bloemsteel lang, toppen
kelkbladen blauw- tot bruinachtig |
Blad
boven water stijf naar alle kanten uitstaand |
Zilte
waterranonkel |
Bloem
2-4 cm groot;
bloemsteel langer dan 5 cm |
Blad
valt boven water penseelvormig samen |
Grote
waterranonkel |
Bloem
1-1,5 cm groot;
bloemsteel korter dan 5 cm, ca. zo groot als het
blad |
Blad
valt boven water min of meer samen |
Fijne
waterranonkel |