Kenmerken |
Soort |
Melksap |
Blad
|
Blad
en stengel |
Bloeiwijze |
Met wit melksap |
Blad lijn- of lancetvormig |
Blad
tegenoverstaand, meestal met witachtige
middennerf |
Scherm
met 2 tot 4 hoofdstralen (stelen) |
Kruisbladige
wolfsmelk |
Stengel
buisachtig hol |
Stelen
in de schermvormige bloeiwijze in drieën of
vieren vertakt |
Moeraswolfsmelk |
Stengelbladen
4-7 mm, de grootste breedte in of voorbij het
midden |
Stelen in de schermvormige
bloeiwijze in tweeën vertakt |
Heksenmelk |
Stengelbladen
2-3 mm, in het middengedeelte even breed |
Cypreswolfsmelk |
Blad eirond tot rondachtig of
spatelvormig |
Bladrand
aan top fijn gezaagd |
Scherm
meestal met 5 hoofdstralen |
Kroontjeskruid |
Bladrand
gaaf |
Scherm
met drie hoofdstralen |
Tuinwolfsmelk |
Zonder melksap;
blad lancetvormig en gezaagd |
|
een
aarvormige of korte okselstandige bloeiwijze |
Tuinbingelkruid |