Kenmerken |
Soort |
Groeivorm |
Blad |
Overige |
Met ondergrondse uitlopers:
elk blad komt afzonderlijk uit de grond. |
Blad enkel geveerd, de
zijslippen zijn niet ingesneden. |
Sporenhoopjes rond;
vrij lage varens tot ca. 40 cm. |
Gewone
eikvaren |
Blad
dubbel geveerd of veerdelig, d.w.z. de
deelblaadjes zijn minstens ingesneden.
Uitlopers kort tot zeer kort. |
Sporendragende bladslippen met
een duidelijk naar onder omgeslagen rand. |
Moerasvaren |
Sporendragende bladen vlak;
rechtopstaande slanke varens. |
Kamvaren |
3- tot 4-voudig geveerd;
Zeer forse varens, 0,5 tot 3m hoog. |
Uit de hoofdstengel ontspringen
twee aan twee vrij forse stelen. |
Adelaarsvaren |
Geen ondergrondse uitlopers;
Bladen staan gebundeld bijeen, komen uit een
centraal punt boven de grond of uit de muur. |
Blad
vertakt;
|
Deelblaadjes
met wigvormige voet en ca. waaiervormig. |
Sporenhoopjes lang tot ovaal,
kleine planten en uitsluitend op muren. |
Muurvaren |
Blad enkel geveerd,
|
Deelblaadjes niet ingesneden. |
Middelste rechtopstaande bladen
met sporen;
bladslippen lancetvormig. |
Dubbelloof |
Alle bladen met sporen,
deelblaadjes ovaal en gekarteld. |
Steenbreekvaren |
Blad dubbel geveerd en meestal
veervormig. |
Deelblaadjes
lancetvormig. |
Het sporendragende deel
pluimvormig vertakt; grote varens. |
Koningsvaren |
Bladsteel met minimaal 5
vaatbundels (bladsteel onderaan afsnijden)
Sporenhoopjes onderkant blad ca. niervormig. |
Stengeldeel
zonder zijblaadjes korter dan 1/3 deel van de
bladschijf. |
|
Mannetjesvaren |
Stengeldeel zonder zijblaadjes
langer dan 1/3 deel van de bladschijf. |
Steelschubben
met donkere vlek |
Brede
stekelvaren |
Steelschubben
éénkleurig |
Smalle
stekelvaren |
Bladsteel
met 2 vaatbundels; sporenhoopjes ca. haakvormig. |
Bladsteel vrij kort ca 1/4 van
de bladschijf;
stengel paarsachtig bruin. |
Wijfjesvaren |