Volgnr. |
Vraag |
Ga naar |
Volgnr. |
Taxon |
Vervolgtabel |
1 |
a |
Planten met
stengel en bladen, de laatste soms in de vorm van
schubjes, die een krans om de stengel vormen. |
2 |
|
|
b |
Geen duidelijk
te onderscheiden stengel en bladen, maar of een
bladachtig "loof", of geheel van de
gewone plantenvorm afwijkende planten. |
6 |
|
|
2 |
a |
Stijve, rechte
stengels, die gemakkelijk in leden uiteen zijn te
trekken, met kransen van schubachtige,
aaneengegroeide, zwartgepunte blaadjes en
dikwijls (maar niet altijd) ook kransen van
dunne, stijve zijtakken. De sporendoosjes komen
in aren aan de toppen der stengels. |
|
Paardestaarten
Sphenophytae |
TABEL |
b |
Anders gevormde
plant. |
3 |
|
|
3 |
a |
De eigenlijke
stengel zit onder de grond; bladen groot, veelal
samengesteld uit kleinere blaadjes of diep
ingesneden, maar ook wel kleiner en enkelvoudig,
breder dan 5 mm. |
|
Varens
Filices |
TABEL |
b |
Draadvormige
bladen aan een kruipendwortelstokje. |
|
Watervarens
... |
TABEL |
c |
Boven de grond
al of niet vertakte, dunne stengels met kleine,
hoogstens enkele mm brede blaadjes. |
4 |
|
|
4 |
a |
Aan de toppen
van rechtopstaande takken, aren van zeer kleine
sporendoosjes, die ongesteeld in de oksels van de
blaadjes zitten. |
|
Wolfsklauwen
Lycophyta |
TABEL |
b |
Gesteelde
sporendoosjes aan de toppen van stengel of takken
of in bladoksels. Soms is er een bladrozetje van
grotere, vaak gekleurde blaadjes aan de
stengeltop. |
5 |
|
|
5 |
a |
Het plantje
heeft fijne groene blaadjes, meestal met een
duidelijk middennerfje. De sporendoosjes gaan met
een dekseltje open en hebben in 't begin eerst
nog een "mutsje" op. |
|
Bladmossen
Bryatae |
TABEL |
b |
De uiterst tere
blaadjes, aan plat uitgespreide takjes zittend,
hebben geen middennerf. Op een fijne witte steel
staan kleine, glimmend zwarte sporendoosjes, die
met 4 kleppen opengaan en nooit een
"mutsje" op hebben. |
|
Levermossen
Hepaticae |
TABEL |
c |
De blaadjes
zonder middennerf zitten zeer dicht opeen
sluitend aan zijtakken van de stengel, die boven
aan de plant samengedrongen staan als een
rozetje. Hiertussen ontstaan op korte, witte
steeltjes de ronde bruinzwarte sporendoosjes
zonder mutsje, maar met een dekseltje. Planten
bleekgroen of, van boven, roodachtig; ze groeien
op vochtige plaatsen. |
|
Veenmossen
Sphagnopsida |
TABEL |
6 |
a |
Groene planten,
geen "paddestoelvorm". |
7 |
|
|
b |
Anders gekleurde
groeisels. |
8 |
|
|
7 |
a |
Uit het plat op
de vochtige grond of steen liggende,
heldergroene, vlakke, sterk vertakte
"loof" komen gesteelde parapluutjes of
dito schildjes, of met groene schubjes gevulde
bekertjes, of ook wel fijne
gesteelde, kogelronde sporendoosjes, die met
4 kleppen openspringen. |
|
Levermossen
Hepaticae |
TABEL |
b |
Het op de grond
liggende of tegen boomstammen of stenen enz.
zittende loof is grijsgroen of bruinachtig groen,
soms aan de onderkant wit. |
8 |
|
|
c |
Microscopisch
kleine groene celletjes vormen een groen poederig
aanslag op boomstammen, palen of muren. |
|
Algen
... |
TABEL |
d |
Sommige
bloemplanten met onduidelijke bloemen en bladen
kunnen op Sporeplanten gelijken. |
|
Zaadplanten
Spermatophytina |
TABEL |
8 |
a |
Grijze, gele of
bruine (in natte toestand
ook wel groenachtige) plantjes, die op de grond
of tegen stenen, palen, boomschors enz. groeien
en de vorm hebben, van korsten of van vertakte
heestertjes, of van een bladachtig loof, soms ook
wel van onregelmatige gesteelde bekertjes.
In droge toestand zijn ze leerachtig of bros,
maar bij bevochtiging leven ze weer geheel op.
Meestal hebben ze anders gekleurde schijfjes of
knopjes, waarin de sporen gevormd worden. |
|
Korstmossen
Lichenes |
TABEL |
b |
Alle overige
niet-groene 'Sporeplanten' met de vorm van
paddestoelen, schimmels of onregelmatige
uitgroeisels op bomen, op andere planten, op dood
hout, op dode dieren, op mest of op de grond
groeiend.
Parasitisch of saprophytisch levend. |
|
Zwammen,
Paddestoelen
Fungi |
TABEL |