.
.
.
.
Volgnr. |
Vraag |
Afbeelding |
Ga naar |
Volgnr. |
Taxon |
Vervolg tabel |
|
a |
|
|
|
|
|
b |
|
|
|
|
|
13 |
a |
Onderbladen even groot als
de zijbladen.
Bladen met afgeronde of tamelijk spitse top.
Stengels rechtop. |
|
|
Haplomitriaceae |
TABEL |
b |
Onderbladen kleiner dan de
zijbladen of afwezig. |
|
14 |
|
|
14 |
a |
Bladen bovenliggend. (Fig.
5).
Onderbladen aanwezig. |
|
15 |
|
|
b |
Bladen onderliggend of
dwars. (Fig. 5).
Onderbladen aan- of afwezig. |
|
16 |
|
|
15 |
a |
Bladen 3-4-toppig.
Planten regelmatig geveerd of gevorkt vertakt, vaak met
flagellen. |
|
|
Lepidoziaceae |
TABEL |
b |
Bladen met afgeronde
top of heel ondiep 2-toppig.
Planten weinig vertakt, flagellen afwezig. |
|
|
Calypogeiaceae |
TABEL |
16 |
a |
Bladen gaaf, met afgeronde
of hoogstens iets ingedeukte top. |
|
17 |
|
|
b |
Bladtop duidelijk
ingesneden. |
|
20 |
|
|
17 |
a |
Onderbladen diep
2-4-toppig.
Rizolden in bundels, aan de basis van de onderbladen
ontspringend.
Zijtakken uitsluitend lateraal, niet ventraal. |
|
|
Geocalycaceae |
TABEL |
b |
Onderbladen ongedeeld of
afwezig. Rizolden verspreid of afwezig (zelden in bundels:
Mylia, p.127).Zijtakken lateraal of ventraal |
|
18 |
|
|
18 |
a |
Bladen dorsaal duidelijk
aflopend langs de stengel, asymmetrisch, de dorsale rand recht
en vrijwel gaaf, de ventrale bladrand sterk gebogen en grof
getand (zelden bijna gaaf).
Planten fors, 2-6mm breed. |
|
|
Plagiochilaceae |
TABEL |
|
b |
Bladen niet of nauwelijks
aflopend, symmetrisch, ongetand. |
|
19 |
|
|
19 |
a |
Ventrale stolonen aanwezig
(vooral aan oudere stengeldelen).
Bladen uitsluitend zijdelings aan de stengel ingeplant, de
bladinplanting bereikt het midden van de bovenzijde van de
stengel niet. |
|
|
Odontoschisma |
TABEL |
|
b |
Stolonen afwezig.
Bladen niet uitsluitend zijdelings ingeplant, bladinplanting
loopt door tot aan het midden van de stengel. |
|
|
Jungermanniaceae |
TABEL |
20 |
a |
Bladen onregelmatig ondiep
gelobd, het aantal lobben variabel.
Rizoïden violet.
Broedkorrels afwezig.
Antheridien (indien aanwezig) met het blote oog zichtbaar als
oranje-gele bolletjes op de bovenzijde van de stengel.
|
|
|
Fossombroniaceae |
TABEL |
|
b |
Bladen niet
onregelmatig ondiep gelobd, 2-4-toppig.
Rizoïden niet violet. Broedkorrels aan- of afwezig.
Antheridien verborgen in de oksels van bladen, niet oranje-geel. |
|
21 |
|
|
21 |
a |
Bladen 3-4-toppig. |
|
|
Lophoziaceae |
TABEL |
|
b |
Bladen 2-toppig. |
|
|
|
|
22 |
a |
Ventrale bladrand
zakvormig ingerold.
Bladtoppen lang priemvormig, eindigend in een rij van 4-6
cellen. (Nowellia) |
|
|
Cephaloziaceae |
TABEL |
|
b |
Ventrale bladrand niet
zakvormig ingerold.
Bladtoppen korter, eindigend in een rij van 1-3 cellen. |
|
|
|
|
23 |
a |
Bladen dwars ingeplant
(Fig.5.c) |
|
24 |
|
|
|
b |
Bladen schuin of in de
lengterichting ingeplant (ga bij twijfel eerst naar 24) |
|
27 |
|
|
24 |
a |
Planten draaddun,
smaller dan 0.5 mm, bladen niet of nauwelijks breder dan de
stengel.
Bladcellen zeer klein, 8-16 (-20) µm. |
|
|
Cephaloziellaceae |
TABEL |
|
b |
Planten breder dan 0.5 mm,
bladen breder dan de stengel.
Bladcellen meestal groter. |
|
25 |
|
|
25 |
a |
Stengels met grootcellige
opperhuid.
Bladcellen zeer dunwandig, zonder trigonen.
Olielichamen afwezig. |
|
|
Cephalozia |
TABEL |
|
b |
Stengels zonder
grootcellige opperhuid.
Bladcellen met trigonen of min of meer gelijkmatig verdikte
wanden.
Olielichamen aanwezig. |
|
26 |
|
|
26 |
a |
Stengels rechtop, aan de
basis met stolonen.
Bladcellen met opgezwollen trigonen.
Broedkorrels afwezig. |
|
|
Gymnomitriaceae |
TABEL |
|
b |
Stengels kruipend of iets
opstijgend maar niet rechtop,
stolonen afwezig.
Bladcellen met of zonder trigonen. Broedkorrels aan- of afwezig.
|
|
|
Lophoziaceae |
TABEL |
27 |
a |
Bladen sterk in de
lengterichting van de stengel ingeplant.
Rizoïden in bundels, aan de basis van de onderbladen
ontspringend.
Onderbladen steeds aanwezig, goed ontwikkeld, diep 2-toppig en
aan weerszijden met een korte of lange tand.
Broedkorrels, indien aanwezig, uit afgeronde cellen bestaand.
(Lophocolea) |
|
|
Geocalycaceae |
TABEL |
|
b |
Bladen schuin tot bijna
dwars ingeplant.
Rizoïden verspreid.
Onderbladen, indien aanwezig, al of niet goed ontwikkeld,
ongedeeld of ondiep 2-toppig (diep 2-toppig bij Barbilophozia
kunzeana).
Broedkorrels, mits aanwezig, uit hoekige of afgeronde cellen
bestaand. |
|
28 |
|
|
28 |
a |
Stengels met grootcellige
opperhuid.
Bladen uitsluitend zijdelings aan de stengel ingeplant, de
bladinplanting bereikt het midden van de bovenzijde van de
stengel niet.
Bladcellen zeer dunwandig, zonder trigonen.
Broedkorrels, indien aanwezig, uit afgeronde cellen bestaand.
Olielichamen afwezig. (Cephalozia) |
|
|
Cephaloziaceae |
TABEL |
|
b |
Stengels zonder
grootcellige opperhuid.
Bladen niet uitsluitend zijdelings aan de stengel ingeplant, de
bladinplanting loopt door tot het midden van de stengel.
Bladcellen dikwandig of met trigonen, zelden geheel dunwandig.
Broedkorrels, indien aanwezig, uit min of meer hoekige cellen
bestaand (afgerond bij Lophozia capitata!).
Olielichamen aanwezig. |
|
29 |
|
|
29 |
a |
Zijtakken uitsluitend
ventraal ontspringend, stengelbasis meestal met stolonen.
Onderbladen 2-toppig.
Bladen meestal langer dan breed, vaak tongvormig.
Broedkorrels, indien aanwezig, aan de top van flagel-achtige,
opstijgende uitlopers. (Cladopodiella) |
|
|
Cephaloziaceae |
TABEL |
|
b |
Zijtakken lateraal, zelden
ventraal;
stolonen afwezig.
Onderbladen ongedeeld of afwezig.
Bladen rondachtig of hoekig, zelden langer dan breed.
Broedkorrels, indien aanwezig, niet aan flagel-achtige
uitlopers. |
|
30 |
|
|
30 |
a |
Bladcellen papilleus.
|
|
|
Lophoziaceae |
TABEL |
|
b |
Bladcellen glad. |
|
31 |
|
|
31 |
a |
0nderbladen aanwezig.
Bladen ondiep 2-toppig, tot hoogstens 1/4 (-1/3: Nardia
insecta) ingesneden, insnijding en lobben stomp.
Broedkorrels afwezig.
Olielichamen opvallend grof gekorreld, korrels groter dan 1 µm.
Perianth gereduceerd, archegonien in een kort marsupium aan de
opgerichte stengeltop. (Nardia) |
|
|
Jungermanniaceae |
TABEL |
|
b |
Onderbladen afwezig (zelden
aanwezig bij Gymnocolea inflata).
Bladen 2-4-toppig, tot 1/4-1/2 ingesneden, insnijding en lobben
spits of stomp.
Broedkorrels meestal overvloedig, soms afwezig.
Olielichamen zeer fijn gekorreld, korrels kleiner dan 1 µm.
Perianth goed ontwikkeld, geen marsupium.
|
|
|
Lophoziaceae |
TABEL |