MOSSEN
  NATUURSTUDIE
 

Het leven op aarde
Zes rijken
-
Biota
Eukaryota


Determineertabel kiezen

 
.
 
Geslacht
Sphagnum

Determineertabel tot de soort
 
- NatuurCentruM RotterdaM -
 
SYSTEEMOVERZICHT SYNONIEMEN KENMERKEN WAARNEMINGEN SITEARTIKELEN
DETERMINEERTABELLEN NAAMLIJSTEN AFBEELDINGEN INVENTARISATIES LITERATUUR
BIJZONDERHEDEN COLLECTIES BIOLOGIE VERSPREIDING WEBLINKS
         

.

.

.

.

.

.

.

.

/\
NaaR
BoVeN


.
Geslacht Sphagnum /\
NaaR
BoVeN
Determineertabel tot de soort
 
Volgnr. Vraag Afbeelding Ga naar
Volgnr. Taxon Vervolg tabel
1 a Planten volledig onder water groeiend.   2    
b Planten geheel of met tenminste een deel van het hoofdje boven water.   4    
2 a Stengelbladen opvallend fors, tongvormig tot elliptisch;
takbladen eirond-langwerpig tot elliptisch, sterk concaaf, dakpansgewijs aanliggend;
takken enigszins opgeblazen.
    Trilveenveenmos
S. denticulatum
 
b Stengelbladen niet opvallend fors, driehoekig, tot driehoekig-tongvormig;
takbladen eirond-langwerpig tot lancetvormig, zwak concaaf, recht- tot schuin opstaand;
takken niet opgeblazen.
  3    
3 a Planten groen tot geelgroen;
stengelbladen driehoekig,
bladtop spits of smal afgerond.
    Waterveenmos
S. cuspidatum
 
b Planten bruingroen tot bruin, soms ten dele groen;
stengelbladen driehoekig-tongvormig,
bladtop breed afgerond.
    Dof veenmos
S. majus
 
4 a Takbladen breed eirond, sterk concaaf,
bladtop kapvormig, dorsaal bij de bladtop ruw.
(De ruwe bladtop is aan een droog takblad met een 20x loep goed te zien.)
  5 sectie Sphagnum  TABEL
b Takbladen smal, soms breed, toegespitst,
bladtop niet kapvormig, maar gootvormig of tot een buisje ingerold, dorsaal bij de bladtop glad.
  7    
5 a Planten tenminste voor een deel duidelijk rood tot wijnrood.     Hoogveenveenmos
S. magellanicum
 
b Planten variabel van kleur, maar nooit echt rood.   6    
6 a Planten okerbruin, in losse gemakkelijk uiteenvallende pollen of kussens, enigszins glanzend;
stengel geheel donkerbruin;
afstaande takken kort en stomptoppig;
takbladen niet dakpansgewijs aanliggend, maar enigszins rechtopstaand.
(De meeste van bovenstaande kenmerken treffen we ook vaak aan bij mannelijke planten van S. palustre, maar deze planten zijn over het algemeen bonter gekleurd, de stengel is hoogstens licht- tot roodbruin en de takbladen liggen dakpansgewijs tegen elkaar.)
     Wrattig veenmos
S. papillosum
 
b Planten zonder bovenstaande combinatie van kenmerken.
(Dit betreft meestal S. palustre, maar minder karakteristieke vormen van S. papillosum alsmede de zeer zeldzame S. affine en S. centrale zijn in het veld niet van S. palustre te onderscheiden.)
    sectie Sphagnum TABEL
7 a Planten in dichte compacte kussens groeiend, meestal ten dele oranjebruin aangelopen;
stengel meestal donkerbruin, groen in planten met hakig teruggekromde takbladen;
takken in hoofdje dicht opeen en opstaand;
stengelbladen hangend, zeer klein, minder dan 0,8 mm, driehoekig, top breed afgerond;
takbladen breed gootvormig ingebogen.
(De breed gootvormig ingebogen takbladen lijken soms kapvormig en kunnen verwisseld worden met soorten van de sect. Sphagnum. De dorsaal gladde bladtop en de zeer kleine stengelbladen sluiten verwisseling uit. De stengelbladen zijn tussen de zeer dicht opeen staande bundels soms moeilijk te vinden.)
    Kussentjesveenmos
S. compactum
 
b Planten zonder bovenstaande combinatie van kenmerken.   8    
8 a Planten fors;
takbladen vanuit een brede basis plotseling versmald in een haaks afstaande, gootvormige top, soms schuin opstaand en geleidelijk aan versmallend in een al dan niet teruggebogen spits;
stengelbladen rechthoekig tot tongvormig.
(Hakig teruggekromde bladtoppen komen soms ook voor bij S. fimbriatum en s. palustre. Laatst genoemde soort heeft echter kapvormige takbladen. S. fimbriatum is altijd veel slanker en heeft spatelvormige stengelbladen waarvan de bladtop en de bladrand in de bovenhelft duidelijk gewimperd zijn. S. teres heeft eveneens schuin opstaande takbladen met een al dan niet teruggebogen spits en soms ten dele hakig teruggekromde takbladen. Planten van S. teres zijn echter altijd slank en vertonen habitueel veel overeenkomst met S. fimbriatum.)
    Haakveenmos
S. squarrosum
 
b Planten meestal slank;
takbladen niet hakig teruggekromd (soms ten dele bij S. teres),
bladtop soms wel teruggebogen.
   9    
9 a Hangende takken niet of nauwelijks verschillend van afstaande takken.   10    
b Hangende takken verschillend van de afstaande takken (gedifferentieerd), ze liggen tegen de stengel aan en zijn veelal duidelijk slanker met kleinere, smallere takbladen   14    
10 a Takken in bundels van 1-3;
stengelbladen zeer hol, rechtop, breed eirond tot elliptisch, ca. 2 mm of meer lang;
stengel licht- tot donkerbruin. 
(Soort van basenrijke moerassen, uitgestorven.)
    Lepelbladveenmos
S. platyphyllum
 
b Planten zonder bovenstaande combinatie van kenmerken.   11    
11 a Planten klein en tenger;
takken in bundels van 3;
afstaande takken tot 10 mm lang;
takbladen breed eirond, hol, tot 1.5 mm lang, weinig langer dan de wijd afstaande, tongvormige stengelbladen
    Zacht veenmos
S. tenellum
 
b Planten meestal forser;
takken in bundels van 3-5;
afstaande takken meestal meer dan 10 mm lang;
takbladen eirond tot lancetvormig, meer dan 1.5 mm lang en meestal duidelijk langer dan de stengelbladen;
stengelbladen variabel van vorm.
  12    
12 a Afstaande takken al dan niet opvallend als een koehoorn gekromd,
takbladen eirond tot elliptisch, veelal dakpansgewijs aanliggend, in droge toestand niet of nauwelijks anders.
(Op het pleistoceen algemeen voorkomende soort, daarbuiten zelden; zeer variabele soort die soms veel op andere Sphagnum-soorten lijkt.)
    Geoord veenmos
S. denticutatum
 
b Afstaande takken niet als een koehoorn gekromd;
takbladen eirond-langwerpig tot lancetvormig, rechtopstaand, in droge toestand onregelmatig dwars gegolfd met de bladtop vaak teruggekromd.
  13    
13 a Planten geelgroen tot groen;
stengelbladen driehoekig, bladtop spits of smal afgerond.
    Waterveenmos
S. cuspidatum
 
b Planten bruingroen tot bruin, soms ten dele groen,
stengelbladen driehoekig-tongvormig, bladtop breed afgerond.
(Zeer zeldzame soort van natte slenken in de verlandingszone van minerotrofe heidevennen; lijkt habitueel veel op de algemeen voorkomende S. cuspidatum, maar is hiervan door de bruine tint veelal goed te onderscheiden.)
    Dof veenmos
S. majus
 
14 a Stengelbladen rechtop en aanliggend, soms afstaand tot opstaand;
planten groen, rood, roze of bruin;
takbladen in droge toestand niet onregelmatig dwars gegolfd;
hangende takken niet paarsgewijs tussen de afstaande takken in het hoofdje.
  15    
b Stengelbladen hangend en aanliggend, soms ten dele hangend tot rechtop;
planten variabel van kleur, maar nooit rood;
takbladen in droge toestand vaak onregelmatig dwars gegolfd;
hangende takken soms paarsgewijs tussen de afstaande takken in het hoofdje.
  26    
15 a Eindknop fors en opvallend, vrijwel altijd duidelijk boven de omringende takken van het hoofdje uitstekend;
planten nooit rood.
  16    
b Eindknop afwezig, soms klein en weinig opvallend, maar dan planten tenminste ten dele rood, zeer zelden geheel groen.   18    
16 a Stengelbladen spatelvormig,
bladtop en bladrand in de bovenhelft van het blad opvallend gewimperd.
    Gewimperd veenmos
S. fimbriatum
 
b Stengelbladen rechthoekig tot tongvormig, nooit spatelvormig,
bladrand in de bovenhelft van het blad niet gewimperd,
bladtop al dan niet duidelijk gewimperd getand.
  17    
17 a Planten volkomen groen.     Gerafeld veenmos
S. girgensohnii
 
b Planten bruingroen, soms geel- tot donkergroen;
stengel rood- tot donkerbruin. 
(Kan verwisseld worden met vormen van S. squarrosum waarvan de takbladen niet hakig teruggekromd zijn, zie bij 8.)
    Sparrig veenmos
S. teres
 
18 a Stengelbladen rechthoekig tot tongvormig;
bladtop breed afgerond tot uitgerand.
  19    
b Stengelbladen anders,
bladtop spits, afgeknot of smal afgerond.
  22    
19 a Planten rood-groen gevlekt of geheel rood, zelden volkomen groen.   20    
b Planten geel- tot donkerbruin, zonder een spoor van rood.   21    
20 a Planten met vrij stijve, lang en recht afstaande takken;
eindknop meestal goed ontwikkeld, maar weinig opvallend, vrijwel altijd net zichtbaar;
bladtop stengelblad gewimperd-getand.
     Violet veenmos
S. russowii
 
b Planten niet met lang en recht afstaande takken;
eindknop zelden zichtbaar;
bladtop stengel blad niet gewimperd-getand
(Stengelbladen waarvan de bladrand ingebogen is komen vrij vaak voor. Deze planten zijn vaak moeilijk van s. capillifolium te onderscheiden.)
    Rood veenmos
S. rubellum
 
21 a Stengel donkerbruin;
stengelbladen rechtop en aanliggend;
hangende takken vrijwel altijd langer dan de afstaande takken.
    Bruin veenmos
S. fuscum
 
b Stengel geelgroen;
stengelbladen afstaand tot opstaand, maar niet aanliggend;
hangende takken even lang tot korter dan de afstaande takken.
(Soort van levend hoogveen, inmiddels vrijwel zeker uit Nederland verdwenen.)
     Baltisch veenmos
S. balticum
 
22 a Takken in bundels van 5, waarvan 3 afstaand.     Bronveenmos
S. quinquefarium
 
b Takken in bundels van 2-4, waarvan 2 afstaand.   23    
23 a Planten in lage, dichte zoden groeiend, meestal ten dele roze, paars of violet aangelopen;
takken in het hoofdje alle omhoog gericht;
stengelbladen ca. 2 mm lang, meestal omgekeerd eirond tot tongvormig-driehoekig en in of boven het midden het breedst.
    Week veenmos
S. molle
 
b Planten zonder bovenstaande combinatie van kenmerken.   24    
24 a Planten geel- tot oranjebruin;
stengelbladen opstaand tot afstaand, soms ten dele hangend, driehoekig, minder dan 1 mm lang.
(Komt uitsluitend nog in het Bargerveen voor.)
    Vijfrijig veenmos
S. pulchrum
 
b Planten vrijwel altijd ten dele rood;
stengelbladen opstaand, tongvormig-driehoekig, soms driehoekig, meer dan 1 mm lang.
  25    
25 a Planten geheel of ten dele rood, zelden geheel groen, dof;
afstaande takken onderin het hoofdje niet opvallend forser dan de jonge takken in het midden van het hoofdje;
takken in het midden van het hoofdje veelal het meest gekleurd;
in droge toestand zonder metaalglans;
takbladen in het midden van het hoofdje in droge toestand niet opvallend lang buisvormig ingerold vanuit een breed concaaf middendeel, topdeel niet boogvormig teruggebogen. 
(Deze soort is soms moeilijk van S. rubellum te onderscheiden.)
    Stijf veenmos
S. capillifolium
 
b Planten binnen een populatie vaak zeer variabel van kleur, maar vrijwel altijd met rode tinten, vaak wat vettig glanzend;
afstaande takken onderin het hoofdje vaak opvallend forser en intenser gekleurd dan de jonge takken in het midden van het hoofdje;
in droge toestand vaak met metaalglans;
takbladen in het midden van het hoofdje in droge toestand, vanuit een breed concaaf middendeel, min of meer plotseling versmald in een vaak lang buisvormig ingerold en boogvormig teruggebogen topdeel.
    Glanzend veenmos
S. subnitens
 
26 a Planten met een forse, meestal duidelijk boven het hoofdje uitstekende, opvallende eindknop.   27    
b Planten zonder of met een kleine, weinig opvallende eindknop.   28    
27 a Stengelbladen hangend, driehoekig-tongvormig, diep ingesneden, daardoor gerafeld twee toppig     Uitgebeten veenmos
S. riparium
 
b Stengelbladen hangend tot opstaand, rechthoekig tot tongvormig, niet ingesneden.
(Kan verwisseld worden met vormen van S. squarrosum waarvan de takbladen niet hakig teruggekromd zijn, zie bij 8.)
    Sparrig veenmos
S. teres
 
28 a Stengelbladen rechthoekig, tongvormig of driehoekig-tongvormig, bladtop breed afgerond.   29    
b Stengelbladen driehoekig, bladtop spits, toegespitst of smal, zeer zelden breed afgerond.   31    
29 a Hangende takken paarsgewijs tussen de afstaande takken in het hoofdje;
takbladen niet homotroop, in droge toestand onregelmatig dwars gegolfd.
    Slank veenmos
S. flexuosum
 
b Hangende takken niet paarsgewijs tussen de afstaande takken in het hoofdje;
takbladen homotroop, in droge toestand niet onregelmatig dwars gegolfd.
  30    
30 a Takken in bundels van 4-6;
stengel groen, soms lichtbruin.
    Trilveenveenmos
S. contortum
 
b Takken in bundels van 5-8;
stengel donkerbruin, soms lichtbruin.
(Beide bovengenoemde soorten zijn uitsluitend microscopisch met zekerheid van elkaar te onderscheiden.)
    Moerasveenmos
S. subsecundum
 
31 a Takbladen lang en smal, 4 of meer maal zo lang als breed en naar de top lang buisvormig ingerold;
hangende takken niet duidelijk paarsgewijs tussen de afstaande takken in het hoofdje;
stengelblad 1 mm of meer lang.
    Waterveenmos
S. cuspidatum
 
b Takbladen minder dan 4 maal zo lang als breed, naar de top niet lang buisvormig ingerold;
hangende takken duide1ijk paarsgewijs tussen de afstaande takken in het hoofdje (niet altijd bij S. pulchrum);
stengelblad 1 mm of minder lang.
  32    
32 a Stengelbladen niet tot weinig concaaf, even breed tot breder dan lang, bladtop smal tot breed afgerond.
(Zeer zeldzaam. In het veld niet betrouwbaar te onderscheiden van S. fallax of S. flexuosum.)
    Smalbladig veenmos
S. angustifolium
 
b Stengelbladen zwak tot sterk concaaf, even lang tot wat langer dan breed,
bladtop min of meer plotseling toegespitst, geleidelijk spits toelopend of smal afgerond.
  33    
33 a Afstaande takken onderin het hoofdje mollig, takeinden stomptoppig;
takbladen op 1/2-3/5 vanaf de bladtop het breedst;
takbladen in droge toestand niet of nauwelijks dwars gegolfd,
bladtop vanuit een breed middendeel vrij plotseling toegespitst, spitsje meestal slechts weinig teruggekromd.
(Komt uitsluitend nog in het Bargerveen voor.)
    Vijfrijig veenmos
S. pulchrum
 
b Afstaande takken onderin het hoofdje slank, takeinden kort tot lang penseelvormig uitlopend;
takbladen op 2/3 vanaf de bladtop het breedst;
takbladen in droge toestand meestal sterk dwars gegolfd en geleidelijk spits toelopend, top vaak teruggekromd.
     Fraai veenmos
S. fallax
 
.

/\
NaaR
BoVeN


Vragen, correcties, aanvullingen of tips ontvangen wij graag per E-MAIL.

/SPHAGNUM DETERMTABEL.htm

© StichtinG NatuurCentruM RotterdaM

WEBSITEREDACTIE

Voor het laatst bijgewerkt op 18 december 2022

Titel

Beschrijving

Trefwoorden
NatuurCentruM, ROTTERDAM, natuurstudie, determineren, tabel, determineertabel, determinatie, determinatietabel, sleutel, determineersleutel, determinatiesleutel, veelkenmerken, veelkenmerkentabel, wetenschappelijke, naam, latijnse, nederlandse, opzoeken, zoeklijst, herkennen, soort, soorten, vinden, namen,