|
Musci
Bladmossen |
Hepaticae
Levermossen |
Anthocerophyta
Hauwmossen |
Folieus |
Thalleus |
Protonema |
Doorgaans
draadvormig |
Zeer klein, thalleus |
Zeer
klein, thalleus |
Vormt
meer dan 1 gametofyt |
vormt 1 gametofyt |
Vorm van de gametofyt |
Stengels
met bladen in een spiraal, zelden in 2 of 3
rijen. |
Stengels
met bladen in 2 of 3 rijen |
Thalleus |
Zijtakken |
Ontstaan
uitsluitend uit de stengelepidermis |
Ontstaan
uit bladinitiaalcellen, uit de
stengelepidermis of uit de medulla |
N.V.T. |
N.V.T. |
Bladen |
Ontstaan
uit één cel,
|
Ontstaan
uit 2 cellen (uit 1 cel bij Calobryales en
Metzgeriales) |
N.V.T. |
N.V.T. |
ongedeeld |
ongedeeld
of gedeeld in lobben |
meestal
met een verdikte middennerf |
zonder
verdikte middennerf |
Cellen |
Met veel chloroplasten |
Met 1 of
2 grote chloroplasten |
zonder pyrenoiden |
elk met
een pyrenoid |
trigomen meestal
afwezig |
trigomen meestal aanwezig |
trigomen
afwezig |
Olielichamen afwezig |
Olielichamen meestal aanwezig |
Olielichamen
afwezig |
Rizoïden |
Meercellig |
1-cellig |
Parafysen |
Aanwezig
tussen de gametangiën |
Afwezig
(soms enkele aanwezig tussen de antheridiën) |
Afwezig |
|
Musci
Bladmossen |
Folieus |
Thalleus |
Anthocerophyta
Hauwmossen |
Hepaticae
Levermossen |
Sporofyt
tijdens ontwikkeling |
Groeit met 1 topcel |
Groeit
met basaal meristeem |
Grotendeels
vrij, alleen sporekapsel en voet
omgeven door calyptra,
buisvormig omhulsel ontbreekt |
Geheel omgeven door de calyptra en
(meestal) nog een buisvormig omhulsel (perianth, m....,
involucrum) |
Grotendeels
vrij, aan de basis omgeven door een buisvormig
involucrum, calyptra ontbreekt |
Rijp
sporenkapsel |
Rond tot cylindrisch |
Lijn- of
spoelvormig |
met
huikje
(= calyptra) |
zonder huikje |
op
stevige, gekleurde seta |
op breekbare, witachtige seta
(zelden zonder seta) |
zonder
seta |
Sporenkapsel
opent |
Ineens |
Ineens |
Geleidelijk
|
gewoonlijk
met deksel en peristoom |
met (1-) 4 kleppen |
met 2
kleppen |
Sporenkapsel
bouw |
met columella |
zonder columella |
met
columella |
met huidmondjes |
zonder huidmondjes |
met of
zonder huidmondjes |
|
zonder elateren |
met elateren (1-cellig) |
met pseudo-elateren
(meercellig) |
Sporenrijping |
Synchroon |
Asynchroon,
geleidelijk |
na
strekking van de seta |
vóór strekking van de seta |
(seta
ontbreekt) |
|
Musci
Bladmossen |
Folieus |
Thalleus |
Anthocerophyta
Hauwmossen |
Hepaticae
Levermossen |