SYSTEEMOVERZICHT |
SYNONIEMEN |
KENMERKEN |
WAARNEMINGEN |
SITEARTIKELEN |
DETERMINEERTABELLEN |
NAAMLIJSTEN |
AFBEELDINGEN |
INVENTARISATIES |
LITERATUUR |
BIJZONDERHEDEN |
COLLECTIES |
BIOLOGIE |
VERSPREIDING |
WEBLINKS |
|
|
|
|
|
.
.
.
.
.
.
.
.
/\
NaaR
BoVeN
Volgnr. |
Vraag |
Afb. |
Ga naar |
Volgnr. |
Taxon |
Vervolg
tabel |
1 |
a |
Matig grote, doch meestal grote
tot zeer grote soorten;
hoed. oppervlak vaak uiteengebroken in
plakkaatachtige schubben, dus niet met
opstaande en spitse schubben, soms echter
geheel zonder schubben.
Indien vl. of 1. roodachtig, dan geen
groenkleurig in ammoniakdamp.
Vaak in weilanden of langs wegranden. |
|
|
|
TABEL |
b |
Hoed met duidelijke (tenminste
1 mm hoge) tot grote opstaande en spitse
schubben.
(Vergelijk nog L. fuscovinacea en echinella,
beide zzz., in groep 8 en L. echinata in
groep 5.) |
|
|
|
TABEL |
c |
Zeer vergankelijke, kleine tot
matig grote soorten, van welke ontplooide hoed
opvallend sterk gevoord-gestreept is.
Behalve L. brebisso~ii, met een zwartkapje in het
hoed centrum, bij ons slechts in kassen.
Ook een Limacella en soorten uit de groepen 1 (L.
naucina) , 5 en 8 kunnen bij ons in kassen
voorkomen. |
|
|
|
TABEL |
d |
Bij kneuzen opvallend fraai
rood wordend.
In ammoniakdamp verandert het rood in groen.
Sluiten we de fles, dan verdwijnt de laatste
kleur weer.
Dit geldt alleen voor levende exemplaren.
Hoed niet als met fijn meel bestoven.
Niet in kassen |
|
|
|
TABEL |
e |
Hoed oppervlak, althans bij
jonge exemplaren, fijn meelachtig bestoven.
Zelden een bruine tot rosachtige verkleuring
bij kneuzen.
Klein tot vrij klein. |
|
|
|
TABEL |
f |
Vrij kleine tot matig grote
soorten.
Steel meest vlokkig behangen tot een
ringachtige zone;
hoed opp. vaak losvlokkig.
Hoed. centrum niet zuiver wit (dit geldt
o.a. ook voor een overigens nagenoeg witte
duinsoort).
Zeer homogene groep, moeilijk zonder microscoop
af te grenzen.
De sporen zijn meer dan 10 µ
lang en spoelvormig tot langwerpig
spoelvormig, sterk pseudoamyloïd. |
|
|
|
TABEL |
g |
Zeer kleine tot matig kleine
slanke witte soorten;
ook het onderste gedeelte van de steel is wit.
Oppervlak hoed en steel niet vlokkig.
Indien steel niet geheel wit, zie dan onder
5, en daarna onder 8. |
|
|
|
TABEL |
h |
Het gros van de kleinere
Lepiota's.
Hoed. wit, bruin, lila, roze, zwart, althans met
schubjes van die kleuren op een licht fond.
Bij leerkleurige hoed (d.w.z. kleur van
gelooid leer) zie 6.
Sporen zelden groter dan 10 µ
doch in dat geval niet spoelvormig. |
|
|
|
TABEL |
.
/\
NaaR
BoVeN
Vragen,
correcties, aanvullingen of tips ontvangen wij graag per E-MAIL.
|
Titel
Beschrijving
Trefwoorden
NatuurCentruM, ROTTERDAM, natuurstudie,
determineren, tabel, determineertabel, determinatie,
determinatietabel, sleutel, determineersleutel,
determinatiesleutel, veelkenmerken, veelkenmerkentabel,
wetenschappelijke, naam, latijnse, nederlandse, opzoeken,
zoeklijst, herkennen, soort, soorten, vinden, namen,
|