werk in uitvoering
  NATUURSTUDIE


  Het leven op aarde
Zes rijken
-
Biota
Eukaryota

Determineertabel kiezen

 
.
 
Familie
Tricholomataceae
Determineertabel tot de soort
 
- NatuurCentruM RotterdaM -
 
SYSTEEMOVERZICHT SYNONIEMEN KENMERKEN WAARNEMINGEN SITEARTIKELEN
DETERMINEERTABELLEN NAAMLIJSTEN AFBEELDINGEN INVENTARISATIES LITERATUUR
BIJZONDERHEDEN COLLECTIES BIOLOGIE VERSPREIDING WEBLINKS
         

.

.

.

.

.

.

.

.

/\
NaaR
BoVeN


.
Familie Tricholomataceae /\
NaaR
BoVeN
Determineertabel tot de soort
 
Volgnr. Vraag Ga naar
Volgnr. Taxon Vervolgtabel
1 a Paddestoel met een ring om de steel.
Hoed lichtgrijs. Steel witrachtig.
Plaatjes dik.
  Geringde ridderzwam
 
b Geen ring om de steel. 2    
2 a Paddestoel wit of zeer licht gekleurd: lichtgeel of okerkleurig, zeer bleek-grijs of licht vleeskleurig. 3    
b Paddestoel anders van kleur, levendig of donker. 8    
3 a Voorjaarspaddestoel (April-Juni)   Voorjaarspronkridder
 
b Paddestoel verschijnt in de nazomer of herfst. 4    
4 a Paddestoel bijna geheel wit, al of niet in het midden geelachtig of met gekleurde vlekken. 5    
b Paddestoel bleek, grijsachtig of licht-oker. 6    
5 a Hoed en steel satijnachtig glanzend, vlees niet bitter.   Witte duifridderzwam
 
  b Hoed dof, vlees bitter.   Witte ridderzwam
 
6 a Hoed bleek okergeel of geelwit, vlees bitter.   Krulzoomridderzwam
 
  b Hoed bleekgrijs, wit of vleeskleurig. 7    
7 a Hoed bleek, vleeskleurig tot wit, steel met bruine vezels.   Geurige schijnridderzwam
 
  b Hoed witachtig tot bleekgrijs, met grijze schubben en vezels.   Zilverenridderzwam
 
8 a Hoed vleeskleurig rose, 2 -3 cm.   Roze pronkridder
 
  b Hoed anders van kleur en meestal groter. 9    
9 a Plaatjes helder zwavel- of goudgeel. 10    
  b Plaatjes niet zo (hoogstens lichtgeel of groengeel). 12    
10 a Hoed geel met purperrood, paddestoelen op de stobben van naaldhout.   Koningsmantel
 
  b Hoed geel, groen of olijfkleurig-geel, paddestoel op de grond. 11    
11 a Paddestoel met zware onaangename geur, vlees geel.   Narcisridderzwam
 
  b Paddestoel zonder bijzondere geur (gaslucht),
vlees wit of zeer licht geel.
  Gele ridderzwam
 
12 a Steel paars. 13    
  b Steel niet paars. 16    
13 a Plaatjes paars 14    
  b Plaatjes niet paars. 15    
14 a Gehele paddestoel fraai paars of het bovenvlak van de hoed bruinpaars   Paarse schijnridderzwam
 
  b Hoed bruinachtig of bleek rose paars, later gewoonlijk vuilbruin.   Vaalpaarse schijnridderzwam
 
15 a Forse paddestoel,
steel 15- 30 mm dik.
  Paarsteelschijnridderzwam

 
  b Paddestoel niet fors,
steel 7 -12 mm dik.
  Paarse pronkridder
 
16 a Steel tweekleurig, de beide delen vrij scherp afgegrensd. 17    
  b Steel in hoofdzaak één kleur;
indien de top soms wat lichter is is de grens niet duidelijk.
19    
17 a Paddestoel zeer fors.
Steel 3-8 cm dik.
  Reuzenridderzwam
 
  b Paddestoel minder fors. 18    
18 a Hoed oranjebruin, steel met oranje schubjes die een schijnring vormen.   Oranje ridderzwam
 
  b Hoed kastanjebruin. geen schijnring.
Bij vochtig weer kleverig.
  Wit-bruine ridderzwam
 
  c Hoed en steel beide roodbruin en vezelig schubbig.   Ruige ridderzwam
 
19 a Steel kort, 1-4 cm, in- en uitwendig bruinachtig.   Kortstelige veldridderzwam
 
  b Steel anders. 20    
20 a Hoed geel, door bruinzwarte vezels gestreept.   Streephoedridderzwam
 
  b Hoed grijs, bruin- of groenachtlg, wit of bleek. 21    
21 a Steel door donkere vezels gestreept, paddestoel met sterke onaangename geur.   Streepsteelveldridderzwam
 
  b Steel anders. 22    
22 a Gewoonlijk vele exemplaren tot zoden verenigd.   Grauwe bundelridderzwam
 
  b Niet zodevormend 23    
23 a Hoed bleek okerkleurig, rand aanvankelijk ingerold, later gestreept. Vlees bitter .   Krulzoomridderzwam
 
  b Hoed anders van kleur. 24    
24 a Hoofdtint van de paddestoel grijs al of niet groen, violet of geelachtig. 25    
  b Hoofdtint bruin: roodbruin, vaalbruin, grauwbruin enz. 29    
25 a Paddestoel met zeepgeur, het vlees kleurt bij doorbreken gewoonlijk roodachtig.   Zeepzwam
 
  b Geen zeepgeur, evenmin een rode verkleuring. 26    
26 a Paddestoel donkergrijs, bruingrijs of violet getint, plaatjes later licht groengeel.
Hoed bij vochtig weer kleverig.
  Glanzende ridderzwam
 
  b Hoed bruinachtig-zwart of grijsachtig eerst met violette tinten.
Vlees wit tot grijsachtig, smaakt bitter en scherp.
  Scherpe ridderzwam
 
  c Paddestoel lichter, plaatjes wit, grijs of zeer licht geel. 27    
27 a Vlees taai, veelal meerdere exemplaren dicht bijeen.   Grauwe bundelridderzwam
 
  b Vlees niet taai. 28    
28 a Plaatjes wit of zeer licht geel.   Zilveren ridderzwam
 
  b Plaatjes grijs.
Hoed met viltig uiterlijk, steel wit
  Donkergrijze ridderzwam
 
29 a Hoed roodachtig bruin, vlees wit in de steel zwavelgeel   Berkeridderzwam
 
  b Hoed roodachtig tot donker roestbruin met een viltig uiterlijk. Plaatjes wit-geelachtig later meer bruin gevlekt.   Fijnschubbige ridderzwam
 
  c Hoed vaal- of donkerbruin. 30    
30 a Plaatjes wit, breed, dicht bijeen.   Zwartwitte veldridderzwam
 
  b Plaatjes licht paars, later bruinachtig.   Vaalpaarse schijnridderzwam
 
  c Plaatjes bleek- tot roodbruinachtig, steel lila, bij oudere exemplaren veelal verkleurend.   Paarssteelschijnridderzwam
 
.

/\
NaaR
BoVeN


Vragen, correcties, aanvullingen of tips ontvangen wij graag per E-MAIL.

/TRICHOLOMATACEAE DETERMTABEL

© StichtinG NatuurCentruM RotterdaM

SITEREDACTIE

Voor het laatst bijgewerkt op 09 december 2017

Titel TRICHOLOMATACEAE DETERMTABEL

Beschrijving

Trefwoorden
NatuurCentruM, ROTTERDAM, natuurstudie, determineren, tabel, determineertabel, determinatie, determinatietabel, sleutel, determineersleutel, determinatiesleutel, veelkenmerken, veelkenmerkentabel, wetenschappelijke, naam, latijnse, nederlandse, opzoeken, zoeklijst, herkennen, soort, soorten, vinden, namen,