SPIN
  NATUURSTUDIE


  .

Determineertabel kiezen

 
.
 
Geslacht
Theridion
Determineertabel tot de soort
 
- NatuurCentruM RotterdaM -
 
SYSTEEMOVERZICHT SYNONIEMEN KENMERKEN WAARNEMINGEN SITEARTIKELEN
DETERMINEERTABELLEN NAAMLIJSTEN AFBEELDINGEN INVENTARISATIES LITERATUUR
BIJZONDERHEDEN COLLECTIES BIOLOGIE VERSPREIDING WEBLINKS
         

.

.

.

.

.

.

.

.

/\
NaaR
BoVeN


.
Geslacht Theridion /\
NaaR
BoVeN
Determineertabel tot de soort
 
Volgnr. Vraag Ga naar
Volgnr. Taxon Vervolgtabel
1 a Middenband in lengterichting op achterlijf bijna wit, grijs of rood, met grote stekels 2    
  b Middenband in lengterichting op achterlijf anders 4    
2   Kopborststuk rood met witte grens 3    
3 a Kopborststuk geelachtig met bruine grens en middenstreep
Achterlijf aan rugzijde met fijne witte en bruine stippen naast middenband in lengterichting, aan buikzijde met witte stippen en met donkere stip voor de spintepels
V: Epigyne ongeveer rechthoekig
  Theridion pictum  
  b Kopborststuk lichtgeel met donkere middenstreep
Achterlijf met witachtig patroon, begrensd met grijs
M: Pedipalp met opvallende middenapofyse en haak aan conductor
V: Epigyne met erg kleine centrale opening
  Theridion hemerobium  
4 a Achterlijf aan rugzijde witachtig, met lichte gezaagde middenband, begrensd met zwart (aan buikzijde bruin), met 2 witte driehoekige plekken op achterste helft en een kleine witte vlek ana beide kanten van de spintepels   Theridion uhligi  
  b Achterlijf met aan beide kanten van lichte middenband een rij grote, rechthoekige, donkere stippen 5    
  c Achterlijf aan rugzijde anders
Stippen onregelmatig opgesteld
6    
5 a Kopborststuk roodachtig geel met brede bruinzwarte grens en middenstreep
Achterlijf geelachtig, aan rugzijde met donkerbruin patroon bestaande uit stippen
M: Conductor groot, schepvormig
V: Epigynale groef wijder dan lang
  Phylloneta impressa  
  b M: Conductor kort, aan uiteinde bladvormig
V: Epigynale groef ongeveer even lang als wijd
  Phylloneta sisyphia  
6 a Achterlijf aan rugzijde in voorste derde met donker patroon, meerdere lichte stippen op donkere ondergrond of geheel wit, nooit met doorlopende middenband 7    
  b Achterlijf aan rugzijde met doorlopende lichte middenband 10    
7 a Donkere stip op voorste derde van achterlijf langer dan wijd of achterlijf geheel wit
M: Pedipalp met lange, gebogen tibia
V: Epigyne erg klein, zwart, tweedelig
  Heterotheridion nigrovariegatum  
  b Donkere stippen op voorste derde van achterlijf wijder dan lang of tweedelig of met onregelmatig patroon
M: Pedipalp anders
V: Epigyne anders
8    
8 a Kopborststuk bruin met donkere grenzen
Achterlijf met onregelmatig patroon bestaande uit lichte stippen, achteraan met tuberkel, aan buikzijde zwart met 3 witte stippen
  Archaeridion conigerum  
  b Anders 9    
9 a Kopborststuk geel, kopgebeid en grens donkerder
Donkere stip op voorste derde van achterlijf groot (soms over gehele rugzijde) en met bolle voorste grens
M: Embolus erg lang, vormt een grote loeping
V: Epigynale groef langer dan wijd
  Sardinidion blackwalli  
  b Kopborststuk witachtig geel met fijne zwarte grens en brede middenstreep
Achterlijf witachtig geel met fijne grijze of bruine stippen en variabel patroon
Donkere stip op voorste derde van achterlijf vaak tweedelig en met holle voorste grens
  Platnickina tincta  
10 a Lichte middenband van achterlijf in het midden het wijdst, begrensd door onregelmatige zwarte stippen   Theridion familiare  
  b Lichte middenband van achterlijf ongeveer even wijd over de gehele lengte met ongeveer gelijkmatig uitpuilende grens 11    
11 a M: Conductor even wijd als lang, van basis af simpel
V: Epigynale groef even wijd als lang, ongeveer cirkelvormig
12    
  b M: Conductor van basis af met complexe verlopen
V: Epigyne anders, niet cirkelvormig
15    
12 a Achterlijf met lichte, aan de zijkant uitpuilende middenband, donker begrensd
M: Bulbus met grote, uistekende, tweedelige apofyse
V: Epigynale groef aan de achterkant donkerder begrensd, vooraan met kleine ronding
  Theridion varians  
  b M: Bulbus anders
V: Epigyne anders
13    
13 a Achterlijf aan rugzijde met lengteband
M: Conductor smal, ongeveer rechthoekig gebogen
V: Epigynale groef ondiep
Geslachtopening opvallend zichtbaar
  Theridion betteni  
  b M: Conductor breder
V: Geslachtsopening bedekt
14    
14 a M: Conductor ongeveer rond
V: Epigynale groef puilt uit aan de achterkant
Ingangsbuizen vormen een dubbele loeping
  Theridion melanurum  
  b M: Conductor met kleine, uitstekende punt
V: Epigynale groef puilt niet uit aan de achterkant
Ingangsbuizen vormen meerdere smalle loepingen
  Theridion mystaceum  
15 a Lichaamslengte ongeveer 2 mm
M: Conductor van absis af met 2 lange punten
V: Epigynale groef puilt opvallend uit aan de voorkant
Ingangsbuizen lang en complex gebogen
  Theridion boesenbergi  
  b Lichaamslengte meer dan of gelijk aan 2.5 mm
M: Conductor anders
V: Epigyne anders
16    
16 a M: Conductor met een enkele punt
V: Epigynale groef hol aan de achterkant
  Theridion pinastri  
  b M: Punt van conductor tweedelig
V: Achterste grens van epigynale groef recht of enigzins bol
Ingangsbuizen met dubbele loeping
  Theridion petraeum  
.
.
.
.

/\
NaaR
BoVeN


Vragen, correcties, aanvullingen of tips ontvangen wij graag per E-MAIL.

/THERIDION DETERMTABEL.htm

© StichtinG NatuurCentruM RotterdaM

WEBSITEREDACTIE

Voor het laatst bijgewerkt op 15 oktober 2014

Titel

Beschrijving

Trefwoorden
NatuurCentruM, ROTTERDAM, natuurstudie, determineren, tabel, determineertabel, determinatie, determinatietabel, sleutel, determineersleutel, determinatiesleutel, veelkenmerken, veelkenmerkentabel, wetenschappelijke, naam, latijnse, nederlandse, opzoeken, zoeklijst, herkennen, soort, soorten, vinden, namen,