SYSTEEMOVERZICHT |
SYNONIEMEN |
KENMERKEN |
WAARNEMINGEN |
SITEARTIKELEN |
DETERMINEERTABELLEN |
NAAMLIJSTEN |
AFBEELDINGEN |
INVENTARISATIES |
LITERATUUR |
BIJZONDERHEDEN |
COLLECTIES |
BIOLOGIE |
VERSPREIDING |
WEBLINKS |
|
|
|
|
|
.
.
.
.
.
.
.
.
/\
NaaR
BoVeN
. |
Familie Gnaphosidae |
/\
NaaR
BoVeN |
Determineertabel tot
geslacht |
Volgnr. |
Vraag |
Afb. |
Ga
naar |
Volgnr. |
Taxon |
Vervolgtabel |
1 |
a |
Lichaam
mierachtig
Achterlijf vaak met zadelvormige vernauwing en
witte stippen of dwarse banden en glimmende
schubachtige haren
Poten en pedipalpen slank
M: Scutum van achterlijf afwezig
Pedipalp simpel |
|
|
Micaria |
TABEL |
b |
Anders
Lichaam soms mierachtig
Achterlijf mogelijk glimmend, maar zonder
schubachtige haren
Poten slank of stevig
M: Scutum van achterlijf aan- of afwezig |
|
2 |
|
|
2 |
a |
Metatarsus
III en (vaak minder duidelijk) IV aan buikzijde
met een dwarse rij van meerdere, stijve, rechte
en vrij slanke haren of borstels |
|
3 |
|
|
b |
Metatarsus
III en IV zonder zulke haren of borstels |
|
9 |
|
|
3 |
a |
Metatarsus
III en (vaak minder duidelijk) IV aan buikzijde
met een dwarse rij van meerdere, stijve, rechte
en vrij slanke haren of borstels
M: Achterlijf met scutum op de helft die aan de
basis ligt |
|
4 |
|
|
b |
|
|
|
|
|
4 |
a |
Chelicerae
aan de voorkant met opvallend cluster van stijve
borstels |
|
|
Trachyzelotes |
TABEL |
b |
Chelicerae
zonder cluster van zulke borstels |
|
5 |
|
|
5 |
a |
Lichaamskleur
meestal geheel geel of lichtbruin, zelden
tweekleurig
M: Embolus spiraalvormig (meerdere keren
gedraaid) |
|
|
Setaphis* |
|
b |
Anders |
|
6 |
Scotophaeus |
TABEL |
6 |
a |
Achtermiddenogen
groot en bijna rakend
M: Achterlijf aan buikzijde met meerdere
stkelevormige borstels, ten minste in het midden
achter de epigastrische groef
Tibia van pedipalp bijna sommige soorten met een
borstel van haren
Eindapofyse groot en gespleten
V: Epigyne bij sommige soorten met T-vormige
structuur in het midden |
|
|
Drassyllus |
TABEL |
b |
Anders |
|
7 |
|
|
7 |
a |
Lichaamslengte
meestal meer dan 3 mm
M: pedipalp bij patella en tibia achteraan de
zijkant zonder veld van dichte haren |
|
8 |
|
|
b |
|
|
|
|
|
8 |
a |
M:
Bulbus vooraan de zijkant zonder tussengevoegde
sklerieten
Tibia van pedipalp vooraan de buikzijde met
opvallende zwelling
V: Epigyne met lange groef en vooraan met een
enkele helmvormige zak
Spermatheca duidelijk uit elkaar |
|
|
Urozelotes |
TABEL |
b |
M:
Bulbus vooraan de zijkant met een extra
tussengevoegde skleriet
Tibia van pedipalp vooraan de buikzijde zonder
opvallende zwelling
V: Epigyne aan de voorkant vaak met een paar
gesklerotiseerde sikkelvormige zakken, bij
sommige soorten met maar een helmvormige zak |
|
|
Zelotes |
TABEL |
9 |
a |
Trochanters
(meest opvallend bij III-IV) diep en niet wijd
ingekeept
M: Pedipalp met onverdeelde of (zelden) afwezige
tibiale apofyse
Bulbusstructuren vrij simpel en ongeveer gelijk
V: Epigyne en vulva ongeveer gelijk, met grote
kuil en twee paar opvallende spermatheca |
|
|
Drassodes |
TABEL |
b |
Trochanters
niet of alleen iets wijder ingekeept
Andere kenmerken anders |
|
10 |
|
|
10 |
a |
M:
Pedipalp met verdeelde tibiale apofyse
Embolus spiraalvormig en in een bijna verticale
positie
V: Epigyne en vulva langer dan wijd, ongeveer
gelijk, met een paar grote kuilen en sterk
opgerolde buizen |
|
|
Drassodex |
TABEL |
b |
Anders |
|
11 |
|
|
11 |
a |
Naar
achter wijzende grenzen van chelicerae met een
grote/lange geronde kwab en 1-2 kleine kwabben
Achtermiddenogen klein en gleufachtig
Gnathocoxae sterk naar elkaar toe gebogen
Achterlijf zwart met lichte stippen op dwarse
markering
M: Achterlijf met scutum
Tibia van pedipalp zonder apofyse |
|
|
Callilepis |
TABEL |
b |
Anders |
|
12 |
|
|
12 |
a |
Naar
achter wijzende grens van chelicerae met een
gezaagde kiel
Gnathocoxae sterk naar elkaar toe gebogen boven
het labium
M: Achterlijf meestal zonder scutum |
|
13 |
|
|
b |
Naar
achter wijzende grens van chelicerae anders,
meestal met 0-3 (zledne meer) puntige tanden
Gnathocoxae niet sterk naar elkaar toe gebogen,
rechter, meestal lang
M: Achterlijf met of zonder scutum |
|
14 |
|
|
13 |
a |
Achterste
ogenrij veel wijder dan voorste ogenrij
Achtermiddenogen minder ver uit elkaar dan
zijogen
Achterlijf eenkleurig
M: Embolus lang, naar voren wijzend
V: Epigyne met een uisteeksel in het midden |
|
|
Gnaphosa |
TABEL |
b |
Patella
IV met een naar achter wijzende borstels
M: Tibia van pedipalp met een enkele naar achter
wijzende apofyse, aan de onderkant uitstekend
zonder sklerotisering
Cymbium aan rugzijde van basis af harig
V: Epigyne met centrale verlaging |
|
|
Berlandina |
TABEL |
14 |
a |
Achterlijf
meestal tweekleurig, aan rugzijde met zwart-wit
patroon
M: Achterlijf met een groot scutum aan rugzijde
Gesklerotiseerde middenapofyse afwezig |
|
15 |
|
|
b |
Achterlijf
eenkleurig, zelden met donkere markeringen
M: Achterlijf met of zonder scutum aan rugzijde
Gesklerotiseerde middenapofyse meestal aanwezig |
|
18 |
|
|
15 |
a |
Achtermiddenogen
groot en meestal met tussenruimte van minder dan
hun eigen diameter
Naar achter wijzende grens van chelicerae glad
Spin beweegt mierachtig
M: Pedipalp met een verwijde tibiale apofyse
V: Epigyne/vulva met grote, niervormige
spermatheca |
|
|
Phaeocedus |
TABEL |
b |
Achtermiddenogen
kleiner en meestal met tussenruimte van meer dan
hun eigen diameter
Naar achter wijzende grens van chelicerae glad of
met een tand
Genitale structuren anders of vergelijkbaar |
|
16 |
|
|
16 |
a |
Naar
achter wijzende grens van chelicerae glad |
|
|
Poecilochroa |
TABEL |
b |
Naar
achter wijzende grens van chelicerae met een
enkele kleine tand |
|
17 |
|
|
17 |
a |
Achterlijf
aan rugzijde zwart met lichte stippen
M: Femur van pedipalp met aan buikzijde een
uitwas
V: Epigyne met 2 paar spermatheca |
|
|
Kishidaia |
TABEL |
b |
|
|
|
|
|
18 |
a |
Tibia
IV met of zonder borstels aan rugzijde
M: Achterlijf met scutum |
|
19 |
|
|
b |
Tibia
IV zonder borstels aan rugzijde
M: Achterlijf zonder scutum |
|
21 |
|
|
19 |
a |
Tibia
IV met 2 borstels aan rugzijde
Naar achter wijzende grens van chelicerae met
twee tanden
Achterste ogenrij ongeveer recht
M: Pedipalp met een korte en verdeelde tibiale
apofyse
V: Epigyne met een lang uitsteeksel in het midden |
|
|
Sosticus |
TABEL |
b |
Tibia
IV met minder dan 2 borstels aan rugzijde
Naar achter wijzende grens van chelicerae meestal
met een enkele tand
M: Tibia van pedipalp onverdeeld
V: Epigyne zonder uitsteeksel in het midden |
|
20 |
|
|
20 |
a |
Achterste
ogenrij sterk naar voren gebogen met grote ogen |
|
|
Echemus |
TABEL |
b |
Achterste
ogenrij licht naar voren gebogen met vrij kleine
ogen, ver uit elkaar |
|
|
Scotophaeus |
TABEL |
21 |
a |
Tibia
I-II meestal met 2 paar borstels ana buikzijde
Labium even lang als wijd
M: Pedipalp met puntige tibiale apofyse
V: epigyne aan de voorkant met helmvormige
structuur |
|
|
Haplodrassus |
TABEL |
b |
|
|
|
|
|
*Dit geslacht komt in ons gebied niet voor.
.
/\
NaaR
BoVeN
Vragen,
correcties, aanvullingen of tips ontvangen wij graag per E-MAIL.
|
Titel
GNAPHOSIDAE DETERMINEERTABEL TOT DE GESLACHTENBeschrijving
GNAPHOSIDAE DETERMINEERTABEL TOT DE GESLACHTEN
NatuurCentruM, ROTTERDAM, natuurstudie, determineren,
tabel, determineertabel, determinatie, determinatietabel,
sleutel, determineersleutel, determinatiesleutel,
veelkenmerken, veelkenmerkentabel, wetenschappelijke,
naam, latijnse, nederlandse, opzoeken, zoeklijst,
herkennen, soort, soorten, vinden, namen, GNAPHOSIDAE
Trefwoorden
NatuurCentruM, ROTTERDAM, natuurstudie,
determineren, tabel, determineertabel, geterminatie,
determinatietabel, sleutel, determineersleutel,
determinatiesleutel, veelkenmerken, veelkenmerkentabel,
wetenschappelijke, naam, latijnse, nederlandse, opzoeken,
zoeklijst, NatuurCentruM, ROTTERDAM, natuurstudie,
determineren, tabel, determineertabel, determinatie,
determinatietabel, sleutel, determineersleutel,
determinatiesleutel, veelkenmerken, veelkenmerkentabel,
wetenschappelijke, naam, latijnse, nederlandse, opzoeken,
zoeklijst, herkennen, soort, soorten, vinden, namen,
GNAPHOSIDAE, GESLACHT, GESLACHTEN
|