werk in uitvoering
  NATUURBESCHERMING  
 
   
 
Vroesenpark
 
- NatuurCentruM RotterdaM -

Ligging: Stadhoudersweg, Rotterdam.
Ontwerpers:
- W.G. Witteveen (Dienst Gemeentewerken Rotterdam), 1930 /
- Gemeente Rotterdam, Dienst Stadsontwikkeling, 1948 /
- J.T.P. Bijhouwer, 1952.
Oppervlakte: 9,8 ha.
Openstelling: dagelijks.

In 1929 kreeg W.G. Witteveen opdracht een plan te maken, waarbij hij bijna symmetrisch te werk ging, met de Statenweg als middenas. Ook nam hij een park van 12 hectare op met 3 hectare sportvelden. Hier wordt de as gevormd door een langgerekte, getrapte waterpartij, van waaruit de sportvelden symmetrisch uitwaaieren naar beide zijden. Het plan van Witteveen werd uitgevoerd en, aangezien het in 1930 crisistijd was, werd het park aangelegd door werklozen.
Ook de beplanting was typisch voor de crisistijd. Dankbaar werd gebruikgemaakt van de bemiddeling van de Sierteeltcentrale, die in deze moeilijke tijd planten en bomen opkocht bij kwekers om hen aan het werk te houden en deze gratis beschikbaar stelde aan gemeenten voor de aanplant in nieuwe openbare parken. Op deze wijze werden de rozen- en rododendronvakken gevuld.

Het park was geen lang leven beschoren. Voor de aanleg van de Diergaarde Blijdorp werd eerst de zuidelijke punt opgeofferd. In de hongerwinter werd het hele park leeggekapt door buurtbewoners. Op zoek naar brandbaar materiaal werden zelfs de paden losgehakt, die waren gefundeerd met steenkoolresten.

Na de Tweede Wereldoorlog was er nauwelijks iets van het park over. In 1948 werd door de Dienst Stadsontwikkeling een nieuw plan ontworpen, waarbij de hechte geometrische structuur en de stedenbouwkundige verankering in de wijk verlaten werd. In plaats van een formeel wandelpark, wilde men een gebruikspark met ruime lig- en speelweiden.
De formele waterpartij werd vergraven tot een asymmetrische waterloop, waarin nog altijd de oude bassins te herkennen zijn. Langs de weg werd een tennispark ontworpen. De zijde die direct aan de bebouwing grensde kreeg een formele strook met rozenvakken.

In 1952 bracht J.T.P. Bijhouwer als adviseur van de gemeentelijke afdeling Beplantingen te Rotterdam adviezen voor de compositie van de boomgroepen en de open weides en voor de te gebruiken boom- en heestersoorten. Dit plan werd pas in 1957 uitgevoerd. Eerst fungeerde het Vroesenpark nog als kampeerterrein tijdens de manifestatie E55.

Toen het park in 1958 heropend werd, waren 600 bomen en 30.000 heesters aangeplant. Opmerkelijk tussen de inheemse soorten als berken, wilgen en populieren zijn de moerascipressen. Zij danken hun aanwezigheid aan de oplettendheid van een plantsoenenmedewerker, die de bomen, die oorspronkelijk in Diergaarde Blijdorp stonden en daar geruimd werden, redde van de ondergang. Op de natte polderbodem bleken zij wonderwel te gedijen en zij geven het weinig uitgesproken park toch nog een bijzonder karakter, al waren zij door Bijhouwer, die een uitgesproken voorkeur had voor inheemse beplanting in de poldergebieden, waarschijnlijk niet goedgekeurd.

.

/\
NaaR
BoVeN


Vragen, correcties, aanvullingen of tips ontvangen wij graag per E-MAIL.

/VROESENP.htm

© StichtinG NatuurCentruM RotterdaM

WEBSITEREDACTIE

Voor het laatst bijgewerkt op 31 oktober 2015

Titel
VROESENPARK, ROTTERDAM

Beschrijving

Trefwoorden