Eigenaar:
Gemeente Rotterdam Aan de Maas op een aangeslibd terrein buiten de Hoge Zeedijk - nu Westzeedijk - ligt 'Het Park'. De aanleg van het oostelijk deel dateert uit 1854. Het eerste ontwerp dateert uit 1852. De directe aanleiding tot de aanleg vormde het vermoeden dat het vlak daarbij gelegen Nieuwe Werk zou worden bebouwd als gevolg van stads- en havenuitbreiding. In Het Nieuwe Werk lagen talrijke buitenplaatsen met parken waarvan alleen park Schoonoord aan de Kievitslaan, direct naast Het Park, bewaard is gebleven. Het terrein waar Het Park zou worden aangelegd bestond uit een verwilderde buitenplaats, bleekvelden en een scheepshelling. De Firma J.D. en L.P. Zocher maakte een ontwerp in de toen gangbare landschapsstijl. Er zijn vijf tekeningen van hun hand bekend, daterend van 1852 tot 1862. Grote waterpartijen, boomgroepen en vlakke weiden bepalen het beeld. Een moerascipres en een Quercus bicolor dateren nog uit die tijd. In 1856 werd de sociëteit voor de officieren van de schutterij, het latere Casino de Paris, in dit deel van het park gebouwd, naar ontwerp van J.F. Metzelaar. In de tweede helft van de jaren vijftig werd het park ingedijkt waardoor het gevaar van overstromen verkleind werd, maar het zicht op de rivier verdween en het park kreeg een meer binnenwaarts karakter. Met grond, vrijgekomen bij het graven van de tweede Katendrechtse haven, werd hier later een uitzichtheuvel aan de Maas opgeworpen. In 1860 werd geheel in stijl met het romantische park een beeld van een beroemde Nederlander in neoclassicistische stijl in het park geplaatst. Zoals het Amsterdamse Vondelpark het beeld van Vondel had, was in Rotterdam de keuze gevallen op de nog maar kort overleden dichter Hendrik Tollens, bekend onder andere van het lied: 'Wien Neęrlands bloed door d'aderen vloeit'. Het westelijk deel van Het Park bestond uit de buitenplaats De Heuvel met een herenhuis gebouwd tegen een zomerdijkje en een fraaie tuin in landschapsstijl met een slingerende waterpartij. De Heuvel was oorspronkelijk met de voorzijde naar de nog niet op deltahoogte gebrachte Westzeedijk (toen Schiedamse Hoge Zeedijk geheten) gericht en het daarachter gelegen Land van Hoboken. Op een situatiekaart uit 1822 van A. Munro zijn De Heuvel en het landgoed ernaast nog aangelegd in een vroege landschapsstijl met nutsgronden, waaronder een houtzaagmolen en blekerijen. Het Herenhuis had een padenpatroon met een roccoco-belijning. Een smalle beek liep om het zuidelijke deel van het park. De symmetrische ligging van het huis met aan de voorzijde een moestuin duidt op een eerdere aanleg in formele stijl. Een aquarel uit circa 1950 en een schilderij van L.J. Kleyn uit circa 1855 tonen het Herenhuis met een nieuwe, witte neoclassicistische voorgevel naar de Maas gericht en een veranderde parkaanleg met een slingerende waterpartij in late landschapsstijl. De welgestelde eigenaar J.A. Nottebohm was hiervan de opdrachtgever en waarschijnlijk benaderde hij de Zochers, die aan de andere zijde met Het Park bezig waren, voor het ontwerp van deze ingreep. Dit zou kunnen verklaren, waarom het westelijke deel van het huidige park, ook dikwijls als typisch 'zocheriaans' wordt beschouwd. In 1866 overleed de laatste eigenaar van De Heuvel, maar de gemeente kocht het park aanvankelijk niet aan. Een comité 'Park van Rotterdam' probeerde voldoende geld te verzamelen om de voormalige buitenplaats over te nemen, maar slaagde hier niet in. In 1875 kocht ten slotte de gemeente De Heuvel aan, niet om bij Het Park te voegen, maar om er een villawijk aan te leggen. De voormalige landschappelijke tuin werd echter tijdens de plannenmakerij enkele uren per dag voor het publiek opengesteld en dit viel dermate in de smaak, dat de toegangshekken in 1886 permanent open gingen en de plannen voor de villawijk verstomden. In dat jaar maakte de directeur van Gemeentewerken G.J. de Jongh een plan voor vereniging van beide parkhelften, dat waarschijnlijk pas in 1889 gepresenteerd werd en aan het eind van de vorige eeuw gedeeltelijk werd uitgevoerd. Een verzoek van L.P. Zocher om hierbij betrokken te mogen zijn werd afgewezen. Volgens het plan van De Jongh zou de vijver doorgetrokken moeten worden in noordelijke richting, hetgeen sloop van het Herenhuis zou betekenen. Dit is niet doorgegaan. De hoofdopzet van de oude buitenplaats bleef behouden en zo kreeg Het Park rond 1895 ongeveer zijn huidige vorm, al bleef lang een deel van de oude kavelsloot tussen beide delen bestaan. Het Park maakte lange tijd deel uit van een royale Arcadische wandeling rond het oude Rotterdam. De ontwerpers van de late landschapsstijl, in het bijzonder J.D. Zocher jr., zagen parken en zelfs begraafplaatsen het liefst als onderdeel van een eindeloos landschap en brachten, waar mogelijk, verbindingen aan met andere parken, singels of delen van een oude manteling, die - vanzelfsprekend - ook al om de oude stad lagen en tot een wandeling uitnodigden. De Zochers werden in hun ideeën gesterkt door de plannen van G.E. Haussman en J. Alphand die een groene gordel rond Parijs wilden aanleggen, een plan dat echter geen doorgang vond. In Rotterdam kwam wel, mede door dringende stedenbouwkundige omstandigheden en door de visie van de toenmalige stadsarchitect W.N. Rose, een samenhangende groenstructuur tot stand met een aaneenschakeling van parken. Toen Roses singelplan 'Waterproject', dat voorzag in een betere afwatering van de Rotterdamse huishoudens door middel van groene singels, was voltooid, kon men vanaf Het Park een stuk over de zeer landelijke en toen al met volwassen bomen beplante Westzeedijk wandelen, langs het land van Hoboken, daarna linksaf over de door J.D. Zocher jr. en zijn zoon met glooiingen en bomen aangeklede singels, via de daaraan gelegen oude Diergaarde, die in 1856 eveneens in landschapsstijl was ontworpen door J.D. Zocher jr. en L.P. Zocher. Van daaruit kon men naar het (verdwenen) landgoed Walenburg ter hoogte van de huidige Bergweg en weer langs de andere kant via singels terug naar de Oostzeedijk, waaraan de Nieuwe Plantage (J.D. Zocher jr. en L.P. Zocher, 1844/1874) en de Oude Plantage lagen. Hoewel de beide Plantages en de Diergaarde in opdracht van particulieren tot stand waren gekomen, bezat Rotterdam halverwege de negentiende eeuw dus al een groenstructuur, zoals die later in veel stedenbouwkundige modellen als ideaal zou worden geschetst; namelijk die van een groene ring met stadsdeelparken. In dezelfde tijd (1866) werd ook voor Amsterdam een model ontwikkeld van een eveneens groene gordel, die liep van het IJ, om de stad, tot aan het IJ, met parken en woonwijken met binnentuinen. Dit plan, ontworpen door J.G. van Niftrik, is echter nooit uitgevoerd. Delen van het Waterproject zijn nog de singels ten westen en ten oosten van de oude stadsdriehoek, respectievelijk de Westersingel en het singelgedeelte aan weerszijden van de Crooswijkseweg. Het Park is gedevalueerd omdat het zoveel
sporen van tentoonstellingen en manifestaties vertoont. In het Herenhuis is een café-salon
gevestigd. Om ondoorgrondelijke redenen deed de gemeente in 1997 een opdracht uitgaan aan J.L. Baljon voor een nieuw ontwerp op deze plaats. Hij maakte een eigentijds ontwerp voor een 'historische' stijltuin, hetgeen tot een zoveelste verdwijning van een Oudhollandse tuin zal leiden en een onherroepelijke stijlbreuk teweeg zal brengen in het park. Het Park geeft nog altijd een goed beeld van de landschapsstijl van de Zochers, vooral in zijn open-gesloten verhoudingen en het padenpatroon dat op veel plaatsen nog de belijning van het oorspronkelijke ontwerp vertoont. Alleen de typerende heesterbeplanting, vooral die van bloeiende heesters in compacte ronde of ovale perken ontbreekt. In het noordoostelijke deel zijn bloembedden met eenjarigen aangebracht die niet voorkwamen in de ontwerpen van de Zochers. Zij zijn een overblijfsel uit de Floriadetijd. Ondanks de ontkenning van het gemeentebestuur over het functioneren van het romantische parkconcept in de moderne samenleving, blijft Het Park een drukbezochte trekpleiser. Het fungeert als wandelgelegenheid voor o.a. ouders met kleine kinderen, als ligweide en als picknickterrein, maar jammergenoeg ook als hondenuitlaaplaats en voetbalveld. Helaas moet Het Park tegenwoordig steeds vaker ook als manifestatieterrein zeer drukbezochte evenementen ondergaan. Het destructieve gebruik en het schamele onderhoudsniveau zullen Het Park verder devalueren en het zal op den duur nog slechts als parkeerterrein interessant zijn. Dan zal de tijd rijp zijn dat er een hoogbouwproject wordt ontwikkeld. . Vragen, correcties, aanvullingen of tips ontvangen wij graag per E-MAIL. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
/HETPARK.htm © StichtinG NatuurCentruM RotterdaM Voor het laatst bijgewerkt op 31 oktober 2015 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Titel HET PARK, ROTTERDAM Beschrijving Trefwoorden |