Determineertabel kiezen

Volgnr.

Vraag

1

a

Asci niet blauw wordend in jodium

b

Asci slechts aan de top of geheel blauw wordend in jodium

2

a

Receptaculum bezet met haren, die met spitse top eindigen

b

Receptaculum kaal of zemelig of bezet met haren, die een afgeronde top hebben

3

a

Haren gesepteerd

b

Haren ongesepteerd

4

a

Haren aan de basis of op enige afstand daarboven wat buikig opgezwollen

b

Haren aan de basis gevorkt en met twee of meer klauwvormige wortels.
Hymenium helder gekleurd: geel, oranje, rood

5

a

Apothecia 2 mm in diameter of meer.
Hymenium over het algemeen van gedempte kleur: wittig, geelbruin, bruin of vuiloranje

b

Apothecia tot ongeveer 1 mm in diameter.
Hymenium oranjerood

c

Asci normaal met 8 sporen

d

Asci normaal met 16 of meer sporen

6

a

Apothecia noch met de randen aan elkaar vastgroeiend (ofschoon soms wel dicht tegen elkaar aangedrukt), noch door een opvallend, wit subiulum omgeven

b

Apothecia met de randen aan elkaar vastgroeiend en daardoor aaneengesloten plakkaat vormend, bovendien door een opvallend, wit subicuum omgeven

7

a

Sporen in de ascus bij rijpheid eenrijig.
Toppen der asci bij rijpheid niet buiten het hymenium uitstekend

b

Sporen in de ascus bij rijpheid tweerijig of tot een grote klomp dicht opeen gedrongen.
Rijpe asci buiten het hymenium uitstekend

8

a

Apothecium zonder ver uitstekende rand.
Paraphysen met gekleurde inhoud

b

Apothecium met ver buiten het hymenium uitstekende steriele rand.
Hymenium roodbruin, purperbruin, kastanjebruin of geel-bruin.
Paraphysen kleurloos, maar ingebed in gekleurde massa

9

a

Apothecia gesteeld, op brandplekken.
Hymenium gelig rood-bruin

b

Apothecia zittend, op mest.
Hymenium oranjegeel tot oranje-rood

10

a

Apothecia hoogstens 2 mm in diameter roze-vleeskleurig.
Asci meer dan 20 µm breed.
(In werkelijkheid zijn de sporen niet glad maar de ornamentatie is zo fijn, dat zij gemakkelijk over het hoofd gezien kan worden)

b

Apothecia niet zo gekarakteriseerd