SPIN
 
NatuurCentruM RotterdaM
NCR NATUURSTUDIO
NATUURSTUDIE
BEESTJESSTUDIE
SPINNENSTUDIE
 




Rijk







Klasse

Organismen
Eukaryota
"Opisthokonts"
Metazoa
Animalia
Eumetazoa
Bilateria
Ecdysozoa
Panarthropoda
Arthropoda
Pan-Chelicerata
Chelicerata
Arachnida

Determineertabel kiezen

 

 
.
 
Orde
Araneae
Determineertabel tot de familie
 
- NatuurCentruM RotterdaM -
 
SYSTEEMOVERZICHT SYNONIEMEN KENMERKEN WAARNEMINGEN SITEARTIKELEN
DETERMINEERTABELLEN NAAMLIJSTEN AFBEELDINGEN INVENTARISATIES LITERATUUR
BIJZONDERHEDEN COLLECTIES BIOLOGIE VERSPREIDING WEBLINKS
         

.

.

.

.

/\
NaaR
BoVeN


.
Orde Araneae /\
NaaR
BoVeN
Determineertabel tot de familie
 
Volgnr. Vraag Ga naar
Volgnr. Taxon Vervolgtabel
1 a Chelicerae zeer groot, naar voren uitstekend, even lang als carapax, met gewricht voor verticale beweging.
Achterste spintepels met drie leden
  Atypidae TABEL
b Chelicerae groot, klein of uitstekend, maar met gewricht voor horizontale beweging
Achterste spintepels nooit met meer dan twee leden
2    
2 a Cribellum aanwezig voor de spintepels (bij mannetjes gereduceerd)
Vrouwtje met calamistrum op metatarsus IV
3    
b Cribellum en calamistrum afwezig 7    
3 a Kopregio groot, gezwollen, met karakteristieke ogenstand
Vrouwtje fluwelig zwart
Mannetje vuurrood met zwarte stippen
  Eresidae TABEL
b Anders 4    
4 a Ogen dicht opeen. Achtermiddenogen met onregelmatige vorm
Anale tuberkel met een zoom van lange, gebogen haren
Bleke gelige spin met zwarte tekening
Volwassenen 2-2.5 mm lang
  Oecobiidae TABEL
b Anders 5    
5 a Voor- en achterzijogen ver uit elkaar
Metatarsus IV en calamistrum IV gebogen in zijaanzicht
  Uloboridae TABEL
b Voor- en achterzijogen dicht bij elkaar 6    
6 a Tamelijk grote spinnen (5-15 mm)
Achterlijfstekening bij alle soorten ongeveer hetzelfde
Calamistrum met een dubbele rij borstels
  Amaurobiidae TABEL
b Achterlijf of eenkleurig bruingrijs zonder enige tekening, of met twee paar lichte vlekken   Titanoecidae TABEL
c Kleine spinnen, 4 mm of minder
Achterlijfstekening variabel, maar niet als hierboven
Calamistrum met een enkele rij borstels
  Dictynidae TABEL
7 a Spin met maar zes ogen, makkelijk van boven zichtbaar, in een tamelijk compacte groep
Mannelijke bulbus nogal eenvoudig
Volwassen vrouwtje zonder epigyne
8    
b Spin met acht ogen, soms bij elkaar in rijen (zijogen kunnen elkaar raken), soms ver uiteen (sommigen moeilijk te vinden)
Mannelijke palporganen complexer
Volwassen vrouwtje met epigyne
9    
8 a Kleine spinnen (1.5-2 mm)
Egaal geel of rozerood
Ogen in compacte groep die vrijwel even breed is als de kop
  Oonopidae TABEL
b Hele spin met scherpe tekening op bleekgele achtergrond
Carapax lijkt van boven bijna cirkelrond, hoog gewelfd, ongeveer even groot als het achterlijf
  Scytodidae TABEL
c Ogengroep vormt bijna een cirkel
Geen achterlijfstekening
  Dysderidae TABEL
d Ogen in drie groepen van twee
Achterlijf meestal met een duidelijk patroon
  Segestriidae TABEL
9 a Carapax bijna cirkelrond, even breed als lang
Voormiddenogen veel kleiner dan de anderen, die twee compacte groepen van drie vormen
Poten extreem lang, tarsus met buigzame valse segmenten
  Pholcidae TABEL
b Carapax van voren vierkant met voorop vier grote ogen, verder naar achteren een paar kleinere, één aan iedere kant, en een slecht zichtbaar paar tussen voor- en achterogen, één aan iedere kant   Salticidae TABEL
c Kleine spinnen
Spintepels vormen één dwarse rij
Trachee-openingen op eenderde tot halverwege van spintepels naar epigastrale groeve
  Hahniidae TABEL
d Ogen vormen een zeshoek
Voormiddenogen zeer klein, van boven soms niet zichtbaar
Pootstekels erg lang
  Oxyopidae TABEL
e Voorste spintepels veel groter dan de rest en staand op een groot blekke cilindrisch uitsteeksel
Voormiddenogen groter dan de anderen. Achtermiddenogen klein en onregelmatig
Achterlijf van boven donker, van onder bleek
  Zodariidae TABEL
f Carapax van voren met een rij van vier kleine, even grote voorogen, van boven niet makkelijk te zien. Daarboven en achter een groter paar achtermiddenogen en meer naar achter een paar achterzijogen van dezelfde grootte. In vooraanzicht lijken het drie aparte rijen
In bovenaanzicht snijdt een lijn door midden- en achterzijogen de middellijn van de spin voor het carapax
  Lycosidae TABEL
g Voorkant van carapax met een rij van vier kleine ogen van gelijke grootte, in bovenaanzicht goed zichtbaar. Daarboven en achter een wat groter paar achtermiddenogen en meer naar achter een paar achterzijogen van dezelfde grootte. In vooraanzicht lijken het twee rijen
In bovenaanzicht snijdt een lijn door midden- en achterzijogen de middellijn op of achter de voorkant van het carapax
  Pisauridae TABEL
h De schuine voorkant van het carapax met rij van vier ogen van ongeveer dezelfde grootte als in de sterk recurve achterste rij. Ogen dicht opeen, gescheiden door nauwelijks meer dan hun diameter
Carapax bleekgeel met een paar bruine lengtestrepen
  Zoridae TABEL
i Poot III en IV dik bezet met lange dunne haren, heel anders dan bij poot I en II, die alleen verspreide, erg korte haren hebben
Trachee-openingen net achter de epigastrale groeve
  Argyronetidae (achterhaald, nu geslacht Argyroneta, onderdeel van familie Cybaeidae) TABEL
j Trachee-openingen goed zichtbaar halverwege de spintepels en de epigastrale groeve
Achterlijf van boven met kenmerkende donkere vlekken
  Anyphaenidae TABEL
k Poot I en II aan de binnenzijde in bovenaanzicht met een serie naar voren gerichte, sterke, gebogen stekels. Hier tussenin zitten kleinere gebogen stekels
In zijaanzicht lijken de metatarsi gebogen
Achterlijf met één of twee paar kleine knobbels, soms moeilijk te zien
  Mimetidae TABEL
l Achterste spintepels langer dan de voorste en bestaand uit twee segmenten. Middelste spintepels goed zichtbaar
Een rij trichobothria, in lengte toenmend, op iedere tarsus, welke ook drie klauwtjes heeft
  Agelenidae TABEL
m Beschrijving 9a t/m 9l niet van toepassing 10    
10 a Ogen zwart en kraalachtig wanneer pal van boven bekeken (soms donker blauwgrijs) en gewoonlijk omgeven door een bleker gebied 11    
b Ogen bleek of parelachtig wanneer pal van boven bekeken (behalve voormiddenogen, die donkerder kunnen zijn) en vaak omringd door een ring van zwart pigment 13    
11 a Achterste ogenrij in bovenaanzicht recurf, soms bijna recht, maar nooit procurf.
Veel soorten krabachtig, met poot I en II langer dan de rest
12    
  b Achterste ogenrij in bovenaanzicht licht procurf   Sparassidae TABEL
12 a Poot I en II duidelijk langer dan en vaak dikker dan poot III en IV   Thomisidae TABEL
b Poot II duidelijk langer dan de andere poten, die ongeveer even lang zijn als elkaar   Philodromidae TABEL
13 a Tarsi met drie voetklauwtjes, een bovenste paar en ongepaard middelste klauwtje, goed zichtbaar en niet schuilgaand achter haarbosjes;
soms ook met hulpklauwtjes
16    
b Tarsi maar met twee klauwtjes, die soms schuilgaan achter haarbosjes 14    
14 a Voorste spintepels cilindrisch, iets langer dan de achterste, en wat uit elkaar staand zodat hier tussen de middelste spintepels goed zichtbaar zijn
Middenachterogen meestal ovaal of onregelmatig van vorm
  Gnaphosidae TABEL
b Voorste spintepels cilindrisch of kegelvormig, dicht bij elkaar, het zicht op de middelste spintepels ontnemend. Achterste spintepels vaak iets langer en soms tweedelig
Achtermiddenogen cirkelrond
15    
15 a Totale breedte van het ogenveld minstens de helft van de grootste breedte van het carapax
Labium duidelijk langer dan breed
  Clubionidae TABEL
b Totale breedte van het ogenveld minder dan de helft van de grootste breedte van het carapax
Labium even breed als lang
  Liocranidae TABEL
c Totale breedte van het ogenveld iets minder dan de helft van de grootste breedte van het carapax
Labium duidelijk langer dan breed
  Corinnidae TABEL
16 a Volwassen spin 1.7 mm of minder
Voormiddenogen erg klein, soms afwezig, de rest groter en in twee groepen van drie
Achterlijf van mannetje met oranjebruine scuta, zowel dorsaal als ventraal
17    
b Volwassen spin soms kleiner dan 1.7 mm, soms veel groter
Ogen meer gelijk van grootte, onderlinge afstanden gelijker
Achterlijf niet met zowel dorsaal als ventraal scutum
18    
17 a Alle tibiae met twee stekels
Vrouwtjes met bol donker achterlijf
Mannetje met tussen de scuta van het achterlijf geen sigilla
  Theridiidae TABEL
b Tibiae zonder stekels
Achterlijf van het vrouwtje gelig maar bedekt met talrijke oranjebruine sigilla en ventraal met een oranjebruin scutum
Mannetje met tussen de scuta van het achterlijf veel kleine oranjebruine sigilla
  Anapidae TABEL
18 a Tarsus IV aan de onderkant met een kam van gezaagde borstels
Poten met erg weinig stekels;
één of twee of iedere patella, twee op iedere tibia, geen op de femora
Meeste soorten met een achterlijfstekening, of minstens wat lichte vlekken.
Maar een enkele is egaal donkergrijs
19    
b Tarsus IV aan de onderkant zonder kam van gezaagde borstels
Poten bij soorten met een tekening meestal met veel stekels en met minstens één prolaterale stekel op femur I, maar veel soorten met een egaal grijs-zwart achterlijf heben erg weinig stekels
20    
19 a Voorrand van het labium duidelijk gezwollen   Nesticidae TABEL
b Voorrand van het labium niet of nauwelijks gezwollen   Theridiidae TABEL
20 a Maxillae veel langer dan breed. Maken meestal een wielweb;
sommige soorten maken als ze volwassen zijn geen web meer
  Tetragnathidae TABEL
b Maxillae niet of nauwelijks langer dan breed 21    
21 a Kleine spin (1.5-3 mm)
Achterlijf bolvormig, opvallend zilverig met netvormige en andere tekening
Femur I in zijaanzicht tweemaal zo dik als femur IV
Web heeft de vorm van een omgekeerde paraplu
  Theridiosomatidae TABEL
b Spin heeft niet al deze kenmerken 22    
22 a In vooraanzicht is de hoogte van de clypeus meestal minder dan twee maal de diameter van een vooroog
Cheliceren aan de basis opzij met een gewrichtsknobbel, maar zonder stridulatie-richels
Tarsi naast de drie klauwtjes met hulpklauwtjes
  Araneidae TABEL
b In vooraanzicht is de hoogte van de clypeus meestal groter dan twee maal de diameter van een vooroog
Cheliceren opzij vaak met stridulatie-richels maar zonder gewrichtsknobbel.
Tarsi alleen met drie klauwtjes, zonder hulpklauwtjes
Sommigen hebben een duidelijk achterlijfspatroon en maken horizontale matwebben, anderen hebben een egaal grijs-zwart achterlijf en maken erg kleine matwebben
  Linyphiidae TABEL
c     Miturgidae TABEL
.

/\
NaaR
BoVeN


Vragen, correcties, aanvullingen of tips ontvangen wij graag per E-MAIL

/ARANEAE DETERMTABEL 2.htm

© StichtinG NatuurCentruM RotterdaM

SITEREDACTIE

Deze pagina werd voor het laatst bijgewerkt op 10-10-2016

Titel
ARANEAE DETERMINEERTABEL 2

Beschrijving

Trefwoorden
NATUURCENTRUM, ROTTERDAM, natuurstudie, determineren, tabel, determineertabel, determinatie, determinatietabel, sleutel, determineersleutel, determinatiesleutel, veelkenmerken, veelkenmerkentabel, wetenschappelijke, naam, latijnse, nederlandse, opzoeken, zoeklijst, herkennen, soort, soorten, vinden, namen,  NATUUR, ROTTERDAM