BOSRONDE
  KNNV ROTTERDAM
NATUURRECREATIE
  NATUUREXPEDITIES
BOSRONDEN
.
Bosronde 2003
Maandelijkse rondwandeling in het Kralingse Bos
Onder leiding van Anneke Koster
 
- KNNV ROTTERDAM -

Op de laatste woensdagmiddag van de maand gaan een aantal leden een ronde lopen langs de KRALINGSE PLAS. Wilt u met ons meegaan?
Wat wij op deze manier tegenkomen aan natuurschoon willen we graag bekijken.
Na de ronde gaan we in onze
NATUURSTUDIO aan de Dirk Smitsstraat het een en ander evalueren, zo mogelijk in een schriftelijk verslag en op deze pagina.
Gaat u met ons deze hernieuwde kennismaking aan met het ons allen zo bekende
KRALINGSE BOS.

Nadere informatie bij het BUREAU,  per E-MAIL

2003
januari 2003 5 februari 2003 26 maart 2003 april 2003
17 mei 2003 juni 2003 juli 2003 augustus 2003
oktober 2003 november 2003 december 2003 24 september 2003
BOSRONDE 2001 BOSRONDE 2002 KRALINGSE BOS
BOSRONDE 2004 BOSRONDE 2005 KRALINGSE PLAS
.

/\
NaaR
BoVeN


Bosronde 2003
Verslag van 24 september 2003

door Anneke Koster

Verslag van een eerste herfstwandeling.

Het is ongeveer 14.30 uur wanneer ik naar de Kralingse plas loop. Aan de zijkanten van een brug zie ik meteen al een paar mooie spinnewebben. Een grote Kruisspin doet zijn best om mugjes en meer van dat gespuis te vangen.

Op het gras en in het water zijn Meerkoeten te vinden , Wilde eenden en een Futenpaar

Tussen de bruggen staan diverse exemplaren van Ruwe berkZwarte populier en Zwarte els. De vrouwelijke bomen hebben violette katjes (2 –5 bijeenstaand in de bladoksels) en zijn nu  groen uitgegroeid en gesloten. En later vormen ze een bruinzwart, verhout, eivormig 15 mm lang vruchtkegeltje.

Het gras is hier niet gemaaid en er staat veel groen blad van de Hondsdraf tussen, uitgebloeide Brandnetel, Grote weegbree, Zevenblad en jonge Paardekastanje. De opgerichte takken van de Ridderzuring hebben een mooie donkere roodbruine kleur. Er staat Klein kruiskruid, waarvan de gele bloemen ook aan het verdrogen zijn, evenals het Geel nagelkruid en Grote klit. Sommige Paardebloemen zijn nog in bloei. Bij het verlaten van het eilandje staat nog groen blad van de uitgebloeide Gewone berenklauw.

Aan de oever van de plas naar de molens toe staan exemplaren van de verdroogde Akkerdistel en heeft nog een enkele paarse bloem. Het Riet is nog groen met naar een zijde overhangende bruinviolette pluimen (in de bloeitijd met een witte zijdeglans). En ik vind er de rode bessen van Bitterzoet. Ook zie ik de witte bloemen van  Haagwinde, die algemeen voorkomt in  o.a. rietlanden. De bloemen worden door nachtvlinders bestoven, die met hun lange roltong gemakkelijk de bodem van de bloemtrechter kunnen bereiken. Tussen het Riet staat ook Harig wilgeroosje, een rechtopstaande , behaarde plant met bebladerde losse trossen van purperroze, trechtervormig verdiepte bloemen. De doosvrucht is lijnvormig, 4-kleppig, met talrijke pluizige zaden.

Aan de andere zijde van het pad staan nog Witte klaver en Madelief, die veel licht vraagt en vooral optreedt in vaak gemaaide graslanden en het hele jaar voorkomt.
Eveneens komt hier de Loodgrijze bovist algemeen voor. Verschillende jonge witte exemplaren zijn hier te vinden. De buitenzijde is mat, wit en laat in schubben of plakken los, waarna de groengrijze tot loodgrijze binnenste laag zichtbaar wordt. Het is een Buikzwam, bolvormig 2- 3 cm. met witte myceliumstreng.
Bij het verlaten van het pad zie ik ook nog een zevental plaatjeszwammen dicht opeen staan met een bruine kleur. Ze voelen stevig aan. Ik neem er een mee naar de natuurstudio en het blijkt te gaan om een Tranende franjehoed (tranend bij vochtig weer).

Het is 15.15 uur wanneer ik aan de overkant van de molens de oude Paardenkastanjes zie met aan de bladen bruin geworden randen. Op de grond liggen de met 3 kleppen opengesprongen groene gestekelde bolsters. Er ligt nog een enkel vertrapt exemplaar van het glanzend bruine zaad. In het gras staan Smalle weegbree en enkele gele bloemen van Zilverschoon en Koolzaad. Aan de waterkant staat rechtop de Echte valeriaan met schermvormige pluimen met talrijke 3-6 mm brede licht-roodlila tot bijna witte, sterk geurende bloemen.

Voorbij de plasmolens zie ik dat het mooi weer geworden is. De lucht is blauw met witte wolken. Wandelaars zitten op de banken. Tussen de keien van de wal langs de boulevard staan gele Paardebloemen in bloei. De blauwe Vergeet-me-niet is hier nog te vinden en de Gewone smeerwortel met witte bloemen tussen Grote bladen van de Ridderzuring en verder nog de bruine rietsigaren van de Grote lisdodde. Op het grasveld naast het pad vliegen een Ekster en een Zwarte kraai en strijken neer in een jonge Eik.

Hier voorbij staat de Moerasandoorn en Watermunt te bloeien aan de waterkant. Verder zijn de zwarte bessen van de Gewone vlier soms al verdroogd terwijl er nog witte bloesem aan de zelfde boom zit.

Het poeltje vlak voor ik  bij de heemtuin ben, is bijna verdwenen als gevolg van de warme droge zomer, maar verschillende libellen scheren nog langs en blauwe vlindertjes zitten er op Watermunt. Op de gestapelde boomstammen vind ik  Elfenbankje en Honingzwam. Voor het strand staat een mooie grote Eenstijlige meidoorn vol met rode bessen.

Op de palen in het water staan een zevental Aalscholvers en op de steiger een flink aantal Zilvermeeuwen, die het hele jaar in groepen leven op plaatsen met een ruim voedselaanbod. Ze eten schelpdieren, kreeftachtigen, vissen, planten en afval, ook eieren en jonge vogels worden geroofd. Een enkele Blauwe reiger staat roerloos te slapen tussen de vogels op de steiger.

Tot zover dit verslag van de wandeling en om ongeveer 16.30 uur ben ik in de Natuurstudio op de Dirk Smitsstraat.

De dieren en plantengids voor onderweg van  uitgeverij Tirion en de Paddenstoelenencyclopedie van Gerrit J. Keizer kwamen hierbij van pas.

Samen ziet men nog meer dus gaat u  mee? Neemt u dan kontakt op met mij, mevrouw A. Koster, tel 010-4114358.

.

/\
NaaR
BoVeN


Bosronde 2003
Verslag van 17 mei 2003

door Anneke Koster

Bij de zeilschool aan de Kralingse plaslaan loop ik naar het water waar naast Meerkoet, Waterhoen, Wilde Eend en Fuut ook de Nijlgans aanwezig is.
Ik tel 9 jongen die achter elkaar op een rij tussen 2 volwassenen in zwemmen . Een witte Gans houdt een extra oogje in het zeil. Verderop is nog een Nijlganzenpaar met 4 jongen.
De Nijlgans nestelt in geheel Afrika, maar wilde groepen komen in verschillende Europese landen voor. In Nederland komen ze sinds het eind van de zestiger jaren in het wild voor. Het vrouwtje broedt 8-10 roomwitte eieren in 28-30 dagen uit. Het mannetje houdt het vrouwtje gezelschap en verdedigt het. Wanneer de jongen tien weken oud zijn kunnen ze vliegen. De Nijlgans heeft lange poten en beide geslachten hebben een geelbruin verenkleed met onopvallende fijne zwarte wormvormige strepen en met groen, bruin en wit in hun vleugels.
 
De katjes van een Treurwilg liggen al weer grotendeels op het pad. Het schijnt moeilijk te zijn om de vele wilgensoorten op naam te brengen.
 
Langs de Kralingse plaslaan staat de Gewone es. Ik tel er wel een stuk of 100. Het is een krachtige boom met moeilijk buigzame takken dus geen in de wind waaiende boom. Onder gunstige omstandigheden kan de Es zeer hoog worden (zoals hier het geval is). Langs het pad staan er ook een paar exemplaren.
Hij is meestal tweehuizig, dus met mannelijke of vrouwelijke bloemen. De bladen zijn oneven geveerd, tot 30 cm lang met 7-13 blaadjes. De bloemen zijn zonder bloemblaadjes, paarse bosjes die verschijnen voor de bladen zich in de vroege zomer openen. Van deze bomen zijn de bladen al volgroeid. Aan sommige essen zie ik groene bundels gevleugelde vruchtjes. Ze worden later bruin, elk 2-2,5 cm lang, met een zaadje bij de basis van de vleugel.
 
Het gras is gemaaid en alleen de Madelief zie ik verspreid in bloei staan.
Bij de bruggen is niet gemaaid en hier zijn mooie ronde veldjes met Kruipende boterbloem. De Smeerwortel heeft witte en paarse bloemen.
Er staat al veel meer in bloei: Paardebloem, Pinksterbloem, Herderstasje, Fluitekruid, Robertskruid, Koolzaad, Ereprijs, Hondsdraf, Look-zonder-look en in het water Gele Lis. Ook het Riet in het water is weer groen.
 
Voor de Plasmolens bij het Riet zie ik een aantal Vijverjuffers. Voor beide geslachten is de metaalglanzende, groene of roodachtige lichaamskleur kenmerkend. De ogen van het mannetje zijn blauw. Zijn borst en achterlijfspunt meestal blauw berijpt. Op beide vleugelparen is een zwarte of bruinzwarte vlek zichtbaar. Het is een algemene libelle van stilstaande wateren, die vaak te vinden is aan Biezen, Paardestaarten en andere oeverplanten.
 
Op de Brandnetel zie ik veel harige rupsen, geel met zwarte strepen. Het vrouwtje van de Kleine vos legt eieren op de Brandnetel. Op een vurig roodbruine ondergrond zitten vooral langs de rand van de voorvleugel groepjes lichte en zwarte vlekken. De aan het lichaam grenzende delen van de achtervleugels zijn effen donkerbruin. De rand van beide vleugelparen is hoekig en met blauwe vlekjes afgezoomd. De vlinder is nog algemeen en in alle open landschappen aan te treffen. De rupsen leven in troepen.
 
Om 16.00 uur ben ik bij de Plasmolens. In stevige pas loop ik verder langs de plas, waar een paar windsurfers de stevige bries beproeven.
 
Er is nog veel te zien, horen en ruiken, zoals de bloesem van de Meidoorn en de Vlier.
 
In de Heemtuin kijk ik nog heel even rond en ontdek daar nog Gevlekte Orchis in het gras. In het bosgedeelte staat o.a. Dagkoekoeksbloem en Daslook in bloei.
 
Wanneer ik naar het strandje loop, zie ik dat er plannen ten uitvoer gebracht worden om een soort slootverbinding tot stand te brengen van de plas naar de Heemtuin.
Op de grote steiger staat een eenzame Aalscholver.
 

Omdat het al laat is besluit ik volgende week naar de Natuurstudio toe te gaan.

.

/\
NaaR
BoVeN


Bosronde 2003
Verslag van 26 maart 2003
door Anneke Koster

Op woensdag 26 maart 2003 lopen Arnoud en ik om 14.00 uur het bos in vanaf de Kralingse weg.
Al gauw komen we Ben tegen met zijn dochter achterop de fiets. Zij gaan vergezeld door 2 van haar schoolvriendinnen, op de fiets op weg naar het strand, want het zou 17º C worden.
Bij de plas valt het ons op dat er zoveel gele bloempjes in bloei staan. Het blijkt te gaan om het Klein hoefblad, familie van de Composieten. Tussilago farfara is een lage donzig behaarde overblijvende plant met kruipende wortelstok. De bloeistengels zijn rechtopstaand, onvertakt en bedekt met purperen schubben. De hoofdjes zijn geel, alleenstaand in knoptoestand opgericht, later knikkend met smalle straalbloemen. Rijpe vruchten, een witte pluisbal vormend is opgericht.
In het gras staan Madeliefjes, ook familie van de Composiet: Bellis perennis. Het is een veranderlijke, lage, behaarde overblijvende plant. Bladen zij in een rozet, heldergroen, langwerpig tot lepelvormig al of niet getand. De hoofdjes zijn met een gele schijf en talrijke smalle witte stralen 15-30 mm, alleenstaand op lange dunne stelen; de straalbloemen zijn vaak met een rode top of van onder purper aangelopen. Ze bloeien bijna het hele jaar rond.
Op de plas zwemt de Meerkoet met een witte bles en snavel. 
Aan de waterkant staat een Gans met een bruine vlek rond het oog.
De poten zijn oranje–roze, evenals de snavel die een bleke punt heeft. 
Opzij zijn witte en blauwe vlekken en de gans is verder bruin met een donkerbruine band in de nek. 
Later zien we er nog een, misschien zijn het geen wilde ganzen.
Later bij de sloot achter de Plasmolens zien we nog meer witte en bruine ganzen, die hier meestal vast te vinden zijn. 
Er zwemt ook nog een eendenpaar van de soort Wilde eend: een mannetje met een groene kop en een bruingekleurd vrouwtje volgt hem.
Meerkoet
Tekening: Casper de Jager
De blaadjes en katjes van Treurwilg is al lichtgroen . Hij is tweehuizig want er staan verderop ook exemplaren zonder katjes.
Bij de 3de brug vanaf de Kralingse weg staat een Zilverpopulier met katjes aan de takken, die er veelal af zijn en onder de boom zijn te vinden.
Een drietal Houtduiven met witgerande staart vliegt plotseling op uit de boom. De Vlier heeft al groene blaadjes en ze ruiken naar een schroeilucht als je ze in je vingers wrijft. Ook andere struiken van de Ribesfamilie en Rozenfamilie beginnen al uit te lopen. De bloemknoppen van de oude Kastanjebomen achter de Plasmolens zijn opgezwollen.
Om 14.50 uur lopen Arnoud en ik het bos in waar veel andere gele bloemen staan, namelijk het Speenkruid, Ranunculus ficaria, behorend tot de Ranonkelfamilie. Een veranderlijke, lage, onbehaarde, overblijvende plant met wortelknollen. De bladen zijn hartvormig, tamelijk vlezig, donkergroen soms met donkere vlekken. De bloemen zijn helder glanzend geel, bij ouderdom wit verkleurend.
De Beuk is nog zeer kaal om te zien met onderaan mosbegroeiing. De schors is bij sommige gebarsten van de lange droge periode. Er ligt er een tegen de grond. Aan de boomstammen die naast het pad liggen zijn verdroogde houtzwammen te zien.
De Sleedoorn is prachtig vol met witte bloesem. Naast het hertenkamp zijn de ronde ingangen in de grond van muizenholen. Op de droge grasvelden liggen weer vele molshopen.
Langs de plas vinden we nog plekken vol met Groot hoefblad in bloei, eveneens lid van de composietfamilie.
"Petasites hybridus, lage tot hoge behaarde, grote groepen vormende overblijvende plant. Bladen afgerond-hartvormig van onderen grijsbehaard, vaak zeer groot, onregelmatig getand, na de bloemen verschijnend. Hoofdjes licht roodviolet, zonder geur, de mannelijke zijn 7-12 mm de vrouwelijke 3-6 mm in kegelvormige pluimen."

Tot zover dit verslag met behulp van het boek ´De geillustreerde flora´ van Thieme, door M. Blamey en C. Grey-Wilson.

Tot de volgende keer.

.

/\
NaaR
BoVeN


Bosronde 2003
Verslag van 5 februari 2003
door Anneke Koster

Op woensdagmiddag 5 februari om 15.15 uur loop ik in de richting van de Kralingse Plas. De lucht is blauw en er staat een frisse wind.
Al gauw zie ik een
zestal Meerkoeten en twee Wilde Eenden.
Twee Futen zwemmen tegen de golven in onder de brug door. Volgende keer moet ik toch een verrekijker meenemen.
Fuut
Tekening: Casper de Jager

Het gras is kort en er liggen resten ijs op.
De stammen van de kale bomen zijn groen. Een grote zijtak is afgebroken van een treurwilg bij een van de bruggen.
Het verdroogde riet staat nog manshoog in het water en ook de resten van de Kleine Lisdodde. Het verschil met de Grote Lisdodde is dat je er net niet bij kunt.
Op de grond vind ik resten van Elseproppen en -katjes.

Om ongeveer 15.30 uur ben ik bij de Plasmolens, waar tegenover een Zwarte Kraai zit op een van de twee kale Kastanjes.
Vele witte en bruine Ganzen zijn op en rond het water te vinden.
Ook zitten er Kokmeeuwen op de lantaarnpalen. Ze zijn in winterkleed.
Langs de boulevard lopen een twintigtal mensen al of niet met hond.
Ik zie geen watervogels op de plas, maar wel een Scholekster, nog twee Kraaien en Eenden bij de sloot.
Verder lopend zie ik toch twee Meerkoeten op de plas die lang kopje onder duiken. Een stuk of dertig Meerkoeten lopen weer op hun vaste plek te grazen op het gras en een enkele Waterhoen loopt er tussen.
Aan de andere kant van het pad zijn zes Houtduiven met een witte vlek opzij van de hals eveneens aan het pikken in het gras.
Ook liggen er grote plassen met een nog een ijslaagje.

Om 16.00 uur ben ik op het schelpenpad langs het poeltje, waarop nog een hele dikke ijslaag ligt. Wat er ingegroeid staat neem ik mee naar de NATUURSTUDIO. Het is Zeegroene rus, waarvan het merg in de blauwgroene stengel is verdeeld in vakjes.
Op de liggende boomstammen vind ik nog Oesterzwammen en Witte Bultzwam. Ik loop nog even de
HEEMTUIN in en hier is ook alles in rust. Op een stam vind ik Sikkelsterretje met sporekapsels en langs de kant van het pad Dikkopmos en verder Fijn laddermos.
Bij het strand zitten op de lange steiger een tiental Aalscholvers en stuk of driehonderd Kokmeeuwen.

Om 16.30 uur verlaat ik het bos en loop naar de natuurstudio om hetgeen ik meegenomen heb te bekijken.

.

/\
NaaR
BoVeN


Vragen, correcties, aanvullingen of tips ontvangen wij graag per E-MAIL.

/BOSRONDE03.htm

© KNNV ROTTERDAM

Websiteontwerper

WEBSITEREDACTIE

Voor het laatst bijgewerkt op 13 november 2020

Titel
BOSRONDE 2003, Maandelijkse rondwandeling in het Kralingse Bos onder leiding van Anneke Koster. EEN REEKS NATUURACTIVITEITEN VAN DE KNNV ROTTERDAM.

Beschrijving

Trefwoorden
Kralingse, Bos, park, plas, bosronde, wandelen, wandeling, wandelingen, rondwandeling. rondwandelingen, natuurwandeling, natuurwandelingen, natuur, natuurrecreatie, natuurstudie, natuurwaarnemingen, onderzoek, onderzoeken, ontdekken, excursie, excursies, plant, planten, dieren, dier, vogels, vogel, bomen, watervogels, watervogel, Kralingen, Rotterdam, KNNV, natuurplezier,